Onlangs keerde Hugo (schuilnaam) terug van Amsterdam naar Paramaribo. Het was een vlucht met de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM), correct uitgevoerd door een buitenlandse bemanning. Echter, de chaos op Schiphol was enorm door de drukte. Schiphol, als een van de grootste luchthavens in een topland als Nederland, zou anders moeten zijn. Maar in vergelijking met andere grote luchthavens en de passagiersafhandeling, leek het meer op een chaotische top luchthaven.
Hugo beschreef zijn ervaring: ruim 45 minuten in de controle rij, dan nog een uur wachten bij de Marechaussee. “Dit werd afgedaan als zijnde veroorzaakt door de vakantieperiode. Maar dat boeit mij niet, ze weten dit elk seizoen”, aldus Hugo.
Een opvallend punt was dat niemand openlijk mopperde over de lange wachttijden.
Hugo vroeg waarom er niet meer personeel werd ingezet voor de afhandeling. Het antwoord: “verspreiding van personeel,” wat volgens hem klonk als een kletsverhaal.
Toen hij in Suriname aankwam, stonden er inderdaad mensen in de rij, maar de wachttijden waren veel korter. Toch klaagden sommige passagiers al na enkele minuten wachten. Hugo vond het opvallend: “Op Schiphol hielden ze hun ‘snuit’ dicht, maar in Suriname hadden ze de durf om te mopperen.”
Deze ervaring riep bij Hugo de vraag op waarom men in Nederland zwijgt, maar in Suriname wel durft te klagen. Is er een minderwaardigheidsgevoel ten opzichte van de ‘witte man’?
De observaties van Hugo tonen een zorgwekkend beeld van hoe mensen hun gedrag aanpassen afhankelijk van de locatie. Het lijkt erop dat mensen zich in Nederland onderdanig gedragen, mogelijk door een gevoel van minderwaardigheid. In Suriname durven ze echter hun ongenoegen te uiten. Dit zou kunnen wijzen op diepgewortelde gevoelens van koloniale onderdrukking en subordinatie die nog steeds aanwezig zijn.