Het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) zal niet in de weg staan van toepassing van regels uit het rechtsstelsel van de gemeenschappen in de binnenlanden van Suriname. Hiermee wordt een opening gecreēerd aan toepassing van het ongeschreven eigen recht in een individueel geval. Of het recht toepasselijk is, is een kwestie van ongeschreven Surinaams interpersoneel privaatrecht.
Tijdens de openbare behandeling in de Nationale Assemblee van de Aanpassingswet Nieuw Burgerlijk Wetboek vorige week, heeft de regering deze nieuwe voorziening in het het Burgerlijk Wetboek voorgesteld middels een wijzigingsvoorstel. Hiermee toont de regering gevoelig te zijn voor opmerkingen en vragen vanuit het parlement om het vraagstuk van ongeschreven rechtsstelsel van gemeenschappen in het binnenland mee te nemen in het Nieuw Burgerlijk Wetboek.
Volgens het voorstel van de regering wordt in Boek 1 van het NBW een artikel toegevoegd waarin staat opgenomen, dat er ruimte wordt opengelaten voor toepassing van afwijkende regels van de rechtsstelsels in de binnenlanden. Of afwijking geboden is moet de rechter uiteindelijk beslissen.
Interpersoneel privaatrecht
Justitie-minister Kenneth Amoksi voerde tijdens de debatten in het parlement aan dat het hier gaat om interpersoneel privaatrecht. Wereldwijd bestaat interpersoneel privaatrecht in landen met verschillende bevolkingsgroepen, vaak religieuze groepen. De minister verwees naar een proefschrift van professor Veira over het marron erfrecht.
Het zou te ver voeren om te stellen dat er in Suriname geen ruimte mag zijn voor interpersoneel privaatrecht, zei Amoksi. Eerder tijdens de debatten zei Natuurlijke Hulpbronnen-minister David Abiamofo, die als Justitie-minister ad-interim optrad, dat er nog veel onzeker is omtrent de inhoud van het recht in het binnenland, en omtrent de inhoud van het toe te passen interpersoneel privaatrecht. “Maar belangrijk is dat hier ruimte wordt gegeven aan rechtsontwikkeling ter zake”, aldus de Justitie-minister ad-interim.
In de binnenlanden van Suriname leven zes marronstammen. De gebruiken verschillen enigszins. Een debat over de toepassing van rechtsstelsels in het binnenland binnen het kader van interpersoneel privaatrecht zal zeker gevoerd moeten worden. Het lijkt ook van belang een dergelijke discussie op te hangen aan internationale verdragen waar Suriname partij in is.