De LGBT-gemeenschap in Suriname moet nog altijd wachten op de legalisatie van het homohuwelijk, in tegenstelling tot Nederland, waar deze huwelijken al sinds 1 april 2001 legaal zijn.
LGBT staat voor “Lesbian, Gay, Bisexual, and Transgender” en omvat verschillende seksuele geaardheden en genderidentiteiten.
Minister van Justitie ad interim, Favid Abiamofo, heeft deze week in het parlement duidelijk verklaard dat homohuwelijken volgens de Surinaamse wet niet toegestaan zijn. Hij benadrukte dat de huidige wet enkel huwelijken tussen een man en een vrouw erkent, in lijn met de traditionele opvatting van “Adam en Eva”.
Ebu Jones, een parlementslid van de Nationale Democratische Partij (NDP), stelde dat de Surinaamse samenleving zich vroeg of laat moet buigen over deze kwestie. Hoewel hij dit thema ter sprake bracht, gaf Jones geen eigen mening over het onderwerp.
Enkele jaren geleden was dit onderwerp al in discussie in De Nationale Assemblée (DNA). Een DNA-lid van de politieke partij BEP sprak zich tijdens een discussie, vanuit zijn christelijke standpunt, uit tegen homohuwelijken. Dit leidde tot negatieve reacties vanuit Nederland, waar sommige Tweede Kamerleden opriepen om dit lid de toegang tot Nederland te ontzeggen. Uiteindelijk bleef het Assembleelid bij zijn standpunt, maar hij bracht wel enige nuance in zijn uitlatingen aan.
Ondanks dat Nederland het eerste land was dat het homohuwelijk legaliseerde, blijft de situatie in Suriname complex. In Suriname bestaat een stilzwijgend gedoogbeleid richting de LGBT-gemeenschap, wat functioneert binnen de multi-religieuze en multi-culturele samenstelling van het land.
Terwijl de discussie doorgaat, blijft de weg naar gelijkberechtiging en legalisatie van het homohuwelijk in Suriname een onderwerp van intens debat en lange termijn verwachtingen.