Velen maken zich op om na 25 mei 2025 presidentje te gaan spelen. En ik zeg met nadruk “presidentje gaan spelen”, omdat geen van de aspirant presidenten beschikt over de capaciteit, over een hoog niveau van ontwikkeling, over management ervaring, en kennis van ontwikkelingsvraagstukken, en kennis van de Surinaamse economie, ontwikkeling ervaring et cetera om echt leiding te kunnen geven aan de ontwikkeling van het land. Het regeersysteem van Suriname geeft aan de president haast absolute macht.
Echter, achtereenvolgende presidenten en dan praat ik over een periode van bijkans 40 jaar, hebben weinig tot niets gepresteerd voor wat betreft de ontwikkeling van het land. Dat komt door het ontbreken van de eerder genoemde capaciteiten bij de diverse presidenten. Toch willen de meeste politici niet inzien dat het presidentieel regeer systeem al langer dan 40 jaar gefaald heeft om Suriname te ontwikkelen. Ze geloven in het sprookje dat een man als een soort hercules wonderen kan verrichten, men is blind voor de realiteit. De voornaamste reden is gelegen in de zeer geringe kennis van de ontwikkelingsproblematiek bij de Surinaamse politici.
Maar politiek Suriname zal straks gedwongen worden om de grondwet te veranderen. Vooralsnog dromen velen en zien zichzelf als de almachtige president de hercules.
De gordiaanse knoop van 25 mei 2025
Kiesstelsel, regeersysteem en parlementair systeem zijn complementair en vormen samen een geheel. Hervorming van het discriminerende kiesstelsel alleen zal ons niet uit de problemen helpen. Het regeersysteem en het parlementair systeem moeten eveneens een passende hervorming ondergaan. Gegeven de bevolkingssamenstelling en gegeven het feit dat men overwegend etnisch stemt betekent zulks dat bij toepassing van landelijke evenredigheid geen enkele partij, partijcombinaties zijn immers verboden, in staat zal zijn een president te kiezen in de Nationale assemblee. In de verenigde volksvergadering heeft de partij met de meeste RR- en DR-leden een overwicht.
Dat betekent dat men gaat moeten samenwerken met elkaar, en dat gaat voor de grote partijen een bittere pil zijn. Vooral de kleine partijen gaan hun eisen stellen en bijvoorbeeld het Ministerie van financiën opeisen en ook een andere bemanning bij de Centrale Bank van Suriname.
De partij die de president levert zal proberen om vanuit een grondwettelijk verkregen machtspositie haar wil op te leggen aan de rest van de politici. In de afgelopen 40 jaar had ze die positie ook maar heeft bitter weinig gepresteerd. Nu zal ze meer dan ooit in onderhandeling moeten gaan met coalitiepartners. Het besef dat regeren het werk is van een team is het nog niet gegroeid bij de meeste Surinaamse politici. Zowel bij de NDP als de VHP denkt men haar wil te kunnen opleggen aan de rest van de coalitie. Grosso modo zal dit neerkomen op een situatie waarbij er veel onderlinge conflicten en wrijvingen zullen zijn, die de regering het regeren onmogelijk zullen maken.
Politici die onkundig zijn hebben grote moeite anderen te overtuigen van de juistheid van het aantal volgers van de voorgestane politieke keuzes. De kans is groot, en ik schat dat voor meer dan 80%, de de onstabiliteit zo groot zal zijn dat er weinig van behoorlijk bestuur terechtkomt. Men zal gedwongen zijn de grondwet die overigens heel wat gebreken vertoont om die te wijzigen.
Richard B Kalloe