Op vrijdag 19 juli bracht het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een zeer belangrijk advies uit in de zaak van de bezetting van Palestijns gebied door Israël. Deze bezetting is met goedkeuring van de USA en wordt indirect vanwege de politieke opvattingen in dat land, ondersteund door het leger van Amerika. De illegale bezetting en kolonisatie van Palestina is daarom in de praktijk een Amerikaanse bezetting ten behoeve van Israël. Omdat het Amerikaans leger erachter staat, zijn landen terughoudend om daarover hun mening te ventileren of het Palestijnse volk een helpende hand te bieden.
De uitspraak van enkele dagen terug gaat over de praktijken van Israël in de bezette Palestijnse gebieden, waaronder Oost-Jeruzalem. Het advies is ongunstig voor Israël. Internationale media beweren dat de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof verstrekkende gevolgen zal hebben voor de internationale steun aan Israël. Wij denken dat het zo’n vaart niet zal lopen, vanwege de onvoorwaardelijke steun van het Amerikaanse leger aan de illegale bezetting van delen van Palestina. In de afgelopen jaren en vooral maanden is de kolonisatie van Palestijns gebied gewoon versneld doorgegaan en dat alles met Amerikaanse steun en instemming.
We hebben hier eens een oneindig lange lijst van uitspraken van de VN en zelfs van de VN Veiligheidsraad opgesomd waarmee steeds de illegale handelingen van Israël zijn vastgesteld op het gebied van het bezetten van Palestijns gebied. Dat gaat zo zeker 70 jaar door, maar er is niets veranderd, omdat de USA en haar leger de bezetting onvoorwaardelijk ondersteunt en dreigend op de achtergrond in de regio aanwezig is. Alles wat in Gaza bijvoorbeeld gebeurt, is met instemming van het Amerikaans leger, om niet te spreken over steun van het Amerikaans leger en de regering van dat land. Want, waar komen bijvoorbeeld alle bommen vandaag waarmee Israël scholen en ziekenhuizen aan het vernietigen is?
De belangrijkste uitspraak van het Internationaal Gerechtshof is dat Israël zich schuldig maakt aan een illegale bezetting van Palestina. Deze bezetting moet volgens het Gerechtshof onmiddellijk worden beëindigd. Ook zouden de bezetting en annexatie van Oost-Jeruzalem moeten stoppen. De zogeheten nederzettingen – Israëlische steden en dorpen op de Westelijke Jordaanoever – moeten worden ontruimd. En volgens het Gerechtshof wordt de Palestijnse bevolking zelfbeschikking ontzegd en wordt ze gediscrimineerd. Israël moet zich volgens het Gerechtshof zo snel mogelijk uit de bezette gebieden terugtrekken en benadeelden compenseren. We denken dan aan de aanplantingen die door Israël zijn onteigend of vernietigd. Ook denken we aan de vele huizen en zaken die zijn vernietigd of gewoon bezet en overgenomen door Israël. Palestijnen gaan regelmatig in de gebieden om van dichtbij of vanuit een afstand te kijken naar de huizen die zij of hun voorouders hebben bewoond en van waaruit ze zijn weggejaagd. Ze zien Israelische joden in die huizen wonen. Het zijn gestolen en geroofde huizen, illegaal geoccupeerd met de hulp van de ‘gunpoint’ van het Amerikaans leger en ook ondersteuning van landen als het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
Critici zijn opvallend enthousiast over de uitspraak, maar wij vinden dat zij de zaak puur vanuit de theorie bekijken die inmiddels in het internationaal recht anders moet luiden. Deskundigen vinden opvallend in de uitspraak de helderheid waarmee het Gerechtshof zich uitspreekt. Dat zou ongekend zijn. Het Gerechtshof oordeelde, dat Israël zich schuldig maakt aan apartheid en dat de bezetting direct moet worden beëindigd. De zaak loopt al bijna twee jaar, sinds december 2022. Toen verzocht de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Internationaal Gerechtshof een advies uit te brengen over de ‘Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever, Gaza en Oost-Jeruzalem’.
Liefst 52 landen dienden een zienswijze in. Israël werkte zelf niet mee aan de inhoudelijke behandeling van de zaak. Volgens de Palestijnen bezet het land illegaal de Westelijke Jordaanoever én Oost-Jeruzalem.
Oost-Jeruzalem is in 1980 officieel geannexeerd, nadat het werd veroverd in de Zesdaagse Oorlog van 1967. De gedeeltelijke bezetting van de Westelijke Jordaanoever komt voort uit de Oslo Akkoorden van 1993 en 1995 en is volgens Israël niet illegaal, omdat er nog altijd geen vredesakkoord is. Zodoende beroept Israël zich op de afspraken uit de Oslo Akkoorden. Via onderhandelingen zou er moeten worden toegewerkt naar een definitieve oplossing. De Oslo Akkoorden deelden de Westelijke Jordaanoever op in drie zones. Zone A (18 procent van het grondgebied) valt onder de Palestijnse Autoriteit (PA). In zone B (22 procent) is de PA de administratieve wetgever, maar samen met Israël verantwoordelijk voor de veiligheid. In verreweg de grootste zone, C (60 procent), voert Israël het gezag.
Het was de bedoeling dat Israël zich steeds verder zou terugtrekken van de Westoever, en dat de PA ook de zeggenschap zou krijgen over het C-gebied. Dat gebeurde niet, onder meer vanwege Palestijnse aanslagen op Israëlische burgers tijdens de Tweede Intifada (2000-2005), en omdat Israëlische kolonisten steden en dorpen bleven bouwen op de Westelijke Jordaanoever. Deze nederzettingen – waarvan er nog steeds nieuwe bijkomen, gesteund door de huidige Israëlische regering – zijn internationaal zeer omstreden.
Het Israëlische parlement, de Knesset, stemde donderdag 18 juli nog in grote meerderheid tegen de oprichting van een Palestijnse staat. Dit weerspiegelt de steeds verder afnemende steun voor een tweestatenoplossing in de Israëlische samenleving. Deskundigen denken dat door druk van bepaalde landen nu Israël in problemen zal komen met de bezetting, maar wij denken niet dat dit zal gebeuren. Bepalend blijft de Amerikaanse steun, en die is onvoorwaardelijk en gegarandeerd.