Ah, het is weer zover! Suriname heeft de rode loper uitgerold voor 220 vreemdelingen die nu trots de Surinaamse nationaliteit mogen dragen. Wat is er mooier dan nieuwe burgers verwelkomen zonder een flauw benul van wat we met deze kleurrijke mozaïek aan mensen willen bereiken?. Een opvatting van Gail, die Surinaams maatschappelijk werkster is.
Uit de fijnmazige analyses in De Nationale Assemblee (DNA) blijkt dat bijna 70 procent van deze nieuwkomers een lage of zelfs onbekende scholing heeft. Ja hoor, waarom zou je je druk maken om hoogopgeleide mensen? Het is veel spannender als niemand een idee heeft wat hun kwalificaties zijn. En werkzekerheid? Ach, wie heeft dat nou echt nodig!
Maar laten we eerlijk zijn, hoe zou een soepel toelatingsbeleid anders functioneren? Iedereen mag binnenkomen, tenzij iemand echt zijn best heeft gedaan om geweerd te worden. Het is alsof we bij elke grensovergang een bord hebben: “Welkom in Suriname! Toegang gegarandeerd tenzij we toevallig in een slechte bui zijn.”
Het is fascinerend hoe DNA-leden keer op keer dezelfde terechte vragen blijven stellen – je zou bijna denken dat ze een record willen breken. “Waarom is er geen bevolkingspolitiek? Waarom hebben we geen migratiebeleid?” Dat zou natuurlijk afbreuk doen aan de spontaniteit van ons beleid.
Tijdens de discussies in DNA werd het duidelijk dat niemand echt de moeite neemt om te verwijzen naar bestaande documentatie. Immers, wie leest er tegenwoordig nog wetboeken? Naturalisatie criteria? Laten we doen alsof ze niet bestaan en gewoon gaan met de flow.
Misschien heeft Jim Bousaid het gevoel dat hij een visionair is, omdat hij de gevaren van ons flitsende toelatingsbeleid aan de kaak stelde. Zijn waarschuwingen zijn gratis amusement voor politici die liever dubbelzinnige antwoorden geven dan daadwerkelijk antwoord te geven.
In de tussentijd kunnen we lachen, huilen en veel documentloze bewoners verwelkomen die onze economie op hilarische wijze op zijn kop zetten. Want hey, spontaniteit en chaos maken het leven nu eenmaal interessanter, toch?