Mungra, voorzitter De Nieuwe Leeuw (DNL), geeft zijn inzicht hierover aan Dagblad Suriname
Mungra stelt dat er geen enkele positieve verhouding te zien is tussen de daling van de wisselkoers en de stijgende kosten van benzine, levensmiddelen en nutsvoorzieningen. Volgens hem zouden de prijzen logischerwijs moeten dalen wanneer de koers daalt, aangezien lagere importkosten zouden moeten resulteren in goedkopere goederen en diensten. In werkelijkheid blijven de kosten echter toenemen, zowel voor levensmiddelen als voor stroom, gas en water.
Deze tegenstrijdige effecten worden deels veroorzaakt door de afschaffing van vermeende subsidies op nutsvoorzieningen. Daarnaast is de koersdaling voornamelijk het gevolg van de toename van valutareserves bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS), dankzij fondsen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). De koopkracht van de bevolking is sterk gedaald door de gestegen kosten van elektriciteit, water en gas, wat op zijn beurt bijdraagt aan de vraagafname naar vreemde valuta en daarmee een koersdaling.
Mungra waarschuwt echter, dat de duurzaamheid van deze koersdaling verre van reëel is. De noodzakelijke randvoorwaarden voor een stabiele koersdaling, zoals verhoogde productie en productiviteit, verbeterde belastinginning, efficiëntieverbeteringen en bezuinigingen, zijn nog niet aanwezig of ontwikkeld.
“De daling van de koers betekent simpelweg dat de vraag naar USD momenteel veel minder is dan het beschikbare aanbod”, legt Mungra uit. “Dit kan komen doordat de vraag naar geïmporteerde producten door de economische malaise in het binnenland is weggevallen. Normaliter zou een koersdaling, wat neerkomt op goedkopere dollars, moeten leiden tot meer importen, maar dat effect blijft uit door de economische armoede in het land.”
Tot slot merkt Mungra op. dat de aanhoudende prijsstijgingen ondanks de dalende koers te verklaren zijn door het gebrek aan koopkracht. “De prijzen zijn niet zozeer gebaseerd op de kosten, maar eerder op het gewenste inkomen van producenten en distributeurs”, concludeert hij.