De voorzitter van de Bond van Leraren (BvL) en de Alliantie van Leerkrachten in Suriname (ALS), twee van de grootste onderwijsbonden, is niet te spreken over de volgens haar respectloze en denigrerende uitspraken die minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur onlangs heeft gedaan. Ze bekritiseert de minister op zijn arrogant gedrag. De rol van vakbond bij het onderwijsbeleid is cruciaal voor het waarborgen van de belangen van leraren, leerlingen en andere betrokkenen in het onderwijs. Hun betrokkenheid kan variëren van adviserende functies tot actieve deelname aan beleidsvorming.
Wanneer een minister, zoals Ori, zich arrogant opstelt en respectloze uitspraken doet, kan dit de relatie met de leerkrachten ernstig verstoren. Een arrogante houding kan leiden tot een gebrek aan constructieve dialoog, waardoor het moeilijker wordt om gezamenlijk oplossingen te vinden voor de uitdagingen in het onderwijs. Dit kan uiteindelijk schadelijk zijn voor het hele onderwijsbeleid.
De uitspraken die de minister heeft gedaan zijn niet in goede aarde gevallen bij de voorzitter van de BvL en de ALS. Mevrouw Reshma Mangre kan haar mannetje staan.
“Er worden beslissingen genomen zonder ons in kennis te stellen”
“Ik ben zeer gebelgd ja, dat de minister respectloze en ongepaste uitspraken doet. En dat is haast op elke persconferentie. Ik zit namens de leden, in dit geval de leerkrachten, om hun belangen te behartigen. Dat heeft het niets te maken met de komende verkiezingen.”
“Er worden beslissingen genomen zonder ons in kennis te stellen, waar wij geen inspraak in hebben. Dus het is dan ter informatie. Wij zijn de gesprekspartner en moeten kunnen onderhandelen en de nieuwe beleidsplannen samen bespreken en dat we op een lijn komen. Over die zomerschool, tja, hij degradeert de leerkrachten. Het is geen moderne slavernij. Is dat wel nodig? De leerkrachten verlangen naar hun vakantie. Ze plannen met hun gezinnen om een leuke tijd door te brengen als anderen, want straks is het in het nieuwe schooljaar flink aanpakken met de leerlingen. Ook de leerlingen kijken uit naar de vakantie, want ze kunnen bijvoorbeeld langer slapen of logeren bij hun grootouders of nicht etcetera.”
Nauwelijks 253 stemmen
“Bovendien werken deze uitspraken niet bevorderlijk voor de VHP aan de vooravond van de verkiezingen” stelt Mangre. Ze benadrukt de beperkte steun die Ori bij eerdere verkiezingen kreeg, waarbij hij nauwelijks 253 stemmen wist te vergaren. Dit staat in schril contrast met de duizenden stemmen die Mangre zelf in 2020 voor de partij binnenhaalde.
Mangre haalt dus flink uit naar Ori en vindt het jammer dat de minister op de persoonlijke toer gaat. “In plaats van dat de minister een constructieve samenwerking aangaat met de vakbonden, wat essentieel is voor het ontwikkelen van effectief en rechtvaardig onderwijsbeleid, opent hij de aanval op de leerkrachten . Open communicatie, wederzijds respect en een gezamenlijke focus op het verbeteren van het onderwijs zijn cruciaal om vooruitgang te boeken en de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen”, aldus Mangre.
CS
