Het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens heeft in 2015 de Kali’na en Lokono vonnis uitgesproken. Na de uitspraak door bedoeld Hof hebben (juridische) deskundigen binnen de inheemse en tribale gemeenschap tijdens verschillende sessies in dorpen als tijdens publieke debatten over grondenrechten standpunten kenbaar gemaakt over de toegankelijkheid van het Surinaams rechtssysteem door inheemse- en tribale volken. Daarbij werd met volle overtuiging het volgende aangegeven:
- Het Surinaams rechtssysteem geen voorzieningen heeft voor de verdediging van de mensenrechten van inheemse- en tribale volken;
- De rechten van inheemse- en tribale volken niet erkent wordt in het huidige rechtssysteem, waardoor geen mogelijkheid bestaat om als zodanig te procederen;
- De inheemse- en tribale volken zich niet kunnen beroepen op de rechten van inheemse- en tribale volken, omdat de rechten van inheemse- en tribale volken niet wettelijk zijn vastgelegd in de Surinaamse wetgeving;
- De hoge drempel voor inheemse burgers voor het verkrijgen van rechtsingang;
- Geen cultureel gepaste ondersteuning bij rechtsingang en
- Onbegrijpelijke procedures en taalbarrières.
Deze misvattingen worden jaarlijks gerapporteerd aan internationale organisaties en komen ook voor in hun jaarlijkse gepubliceerde edities over de toestand van de rechten van inheemse- en tribale volken in Suriname. Tevens worden er eenzijdige en gekleurde informaties met de internationale organisaties gedeeld.
Voormelde misvattingen is thans in één keer de grond ingeboord, in ieder geval gelogenstraft door het vonnis van de kantonrechter dat op 16 mei 2024 is uitgesproken. In voormeld vonnis heeft de kantonrechter het internationaalrecht van FPIC (Free, Prior and Informed Consent) voorkomende in de Saramaka en Kali’na & Lokono vonnis meegenomen in haar oordeel en gemaakt tot nationaalrecht welk ten voordele is van inheemse- en tribale volken. Deze belangrijke informatie is ook niet laatstelijk gedeeld tijdens de 17th session of the Expert Mechanism on the Rights of Indigenous Peoples (EMRIP) in Genève, Zwitserland.
De Surinaamse rechter heeft het recht van FPIC dat onderdeel is van het zelfbeschikkingsrecht van inheemse-en tribale volken gemaakt tot nationaalrecht, waardoor de inheemse- en tribale volken op elk moment indien de staat willens en wetens in strijd handelt met de verplicht consultatie en verkregen toestemming van inheemse- en tribale volken ter zake uitgifte van gronden in grondhuur voor het ontplooien van economische activiteiten in de dorpen, woon- en jachtgebieden van inheemse- en tribale volken, voornoemde volken de kantonrechter kunnen adieren. De uitspraak van de kantonrechter geeft het recht aan de inheemse- en tribale volken om een vordering tegen de staat in te dienen. Deze uitspraak moeten de inheemse- en tribale volken omarmen en zich voorbereiden op nieuwe rechtsprocessen tegen de staat Suriname.
Voornoemde deskundigen hebben jarenlang de inheemse- en tribale volken onjuist geïnformeerd over de gang naar de rechter ter verdediging van de mensenrechten van inheemse- en tribale volken. Door jarenlang de inheemse- en tribale volken onjuist te informeren over het inzetten van rechtsprocessen tegen de staat ter verdediging van hun mensenrechten hebben zij de totale inheemse- en tribale gemeenschap bewust dom en achtergehouden met alle gevolgen van dien waaronder het ontstaan van opstanden in dorpen.
De tijd is aangebroken dat de inheemse- en tribale gemeenschap moeten opeisen dat professionals met gespecialiseerde juridische kennis worden aangenomen en ingezet om rechtsprocessen te starten tegen de staat om zodoende het rechtssysteem te beïnvloeden en de ‘international rule of law’ ingevolge artikel 101 van de grondwet daadwerkelijk te bevorderen in ons rechtssysteem, waardoor bepalingen uit de ‘international Indigenous Humanrights Law’ in nationaalrecht op een makkelijke manier rechts geldend gemaakt kan worden.
Op dit moment hoeft niet gewacht te worden op de wettelijke erkenning van de rechten van inheemse- en tribale volken. Het is algemeen bekend dat er politieke intriges binnen de coalitie partijen plaatsvinden, waardoor de conceptwet collectieve rechten inheemse-en tribale volken niet in behandeling genomen kan worden. Enkele bepalingen in de conceptwet zijn reeds achterhaald door de ontwikkelingen van de olie en gas sector, carbonrechten, de aanname van de Belém declaration op 08 augustus 2023 en de inwerkingtreding van de Escasú Agreement voor het Amerikaans continent.
Er is te lang gewacht op een conceptwet. Gelet op het politieke spel dat in uitvoering is moeten de inheemse- en tribale zorgdragen dat wij voor een andere optie moeten kiezen om onze mensenrechten rechts geldend te maken en dat is rechtsspraak.
De coalitiepartijen propageren dat de rechtsstaat hoog in hun vaandel staat. Volgens de rechtsstaat ‘rule of law’ principe is de staat verplicht uitvoering te geven aan een besluit van de rechtspraak, dus aan Surinaamse vonnissen. Het behoeft geen betoog dat de staat zich ook verplicht te houden aan de uitspraak van 16 mei 2024.
Het bewijs is geleverd dat via rechtspraak de inheemse- en tribale volken hun mensenrechten die zij rechtens aanspraak op maken kunnen claimen.
Pikin Saron strafzaak
Indien juridische processen vanaf het begin na de uitspraak van het Kali’na en Lokono vonnis door het Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de Mens op correcte wijze waren geschied, zouden wij mogelijkerwijs geen Pikin Saron strafzaak hebben en zouden er geen doden zijn te betreuren. De tijd is aangebroken om ons te herstellen en alle krachten zonder aanziens des persoon te bundelen om de juridische strijd op te voeren.
Organisatie van Inheemse volken in Suriname, OIS