Er komt nadere regelgeving voor de uitvoer van goud in de vorm van sieraden. Hiertoe zal de algemene beschikking voor grensoverschrijdend deviezenverkeer van de Deviezen Commissie worden aangescherpt. Deze mededeling deed Financiën-minister Stanley Raghoebarsing dinsdag in het parlement tijdens de debatten in het parlement rond de wijziging van de Deviezenregeling van 1947.
Hij zei dat zijn ministerie a; bezig is met de douane en de Belastingdienst om na te gaan hoe de uitvoer van goud in de vorm van sieraden aan nadere regels te onderwerpen en hoe deze in de praktijk uit te voeren.
Tijdens de debatten in het parlement heeft VHP-fractieleider Asiskumar Gajadien de regering dringend opgeroepen om de uitvoer van goud in de vorm van sieraden aan banden te leggen. Zoals de situatie nu is kunnen personen met gouden sieraden aan hun lichaam zonder enige beperkingen het land verlaten en zo goud uitvoeren.
Er is volgens Gajadien een stijgende trend waar te nemen van deze vorm van gouduitvoer, zonder dat er uitvoerbelasting wordt betaald. Dat moet volgens Gajadien niet langer zo mogen.
Een ieder is vrij met kilo’s gouden sieraden aan hun lichaam rond te lopen, maar wanneer men daarmee het land wil verlaten zal men daarover aangifte bij de douane moeten doen en uitvoerbelasting moeten betalen.
Toenemende trend
Gelet op de trend die wordt waargenomen bestaat sterk het vermoeden dat op deze manier grote hoeveelheden goud het land worden uitgevoerd zonder dat de staat er wat aan verdiend.
Gajadien betoogde tijdens de debatten dat er veel meer goud in het land wordt geproduceerd en opgekocht dan de officiële goudexportcijfers aangeven. Vorig jaar is een hoeveelheid van 11.85 kilogram goud het land uitgevoerd met een totale waarde van ruim USD 690,7 miljoen. Voor de eerste helft van dit jaar bedraagt de hoeveelheid geïmporteerd goud 5.938 kilogram ter waarde van ruim USD 393 miljoen. De hoeveelheid goud dat geproduceerd wordt moet veel hoger liggen dan de exportcijfers laten zien. Dat is ook de ervaring van vele goudproducerende landen in de wereld.
Minister Raghoebarsing zei dat zijn ministerie sl de nodige aandacht geeft aan dit vraagstuk en dat met de relevante instanties besprekingen hierover worden gevoerd. Het gaat volgens hem erom, dat bij de invoering van verscherpte regels, deze werkbaar en uitvoerbaar moeten zijn.