Hoewel het oosten en zuiden van Suriname beschikken over waardevolle minerale grondstoffen, blijkt dat deze regio’s zich na 40 jaar nauwelijks ontwikkeld hebben. Dit is niet zozeer te wijten aan legale ondernemingen, maar eerder aan het aanhoudende geweld in deze gebieden.
Sinds de binnenlandse oorlog, waarbij verzet ontstond tegen de dictatuur van Desi Bouterse en het gebruik van zwaar militair geweld, is er een ongekende stroom van binnenlandse vluchtelingen ontstaan. Het geweld heeft zich in andere vormen voortgezet met de komst van Braziliaanse garimpeiros die de gebieden onveilig hebben gemaakt.
Garimpeiros zijn braziliaanse illegale goudzoekers die vaak met gevaarlijke methoden werken en bossen vernietigen in hun zoektocht naar goud.
Daarnaast houden jongeren, die in een sfeer van geweld zijn opgegroeid, zich illegaal bezig met de goudwinning, bekend als porknokkers. Deze groepen weigeren zich te onderwerpen aan het centraal gezag en worden financieel gestimuleerd door duistere machten vanuit Paramaribo.
Deze onveilige situatie zorgt ervoor dat het oosten en zuiden zich niet kunnen ontwikkelen als volwassen districten. Het gezag van de traditionele gramangs is verdwenen en kapitaal heeft de overhand genomen.
Steeds de centrale regering de schuld geven is te kort door de bocht; ook binnen het gezag van de gebieden zelf moet naar oplossingen worden gezocht.
De spiraal van geweld in deze regio’s maakt het onaantrekkelijk om op schaal te investeren, met name in de toeristische sector. Toeristen mijden onveilige gebieden, en zolang er geen gezag is over het binnenland, zal de regio net als 40 jaar geleden achterblijven met dezelfde problemen.
Gezien de potentie van deze gebieden is het cruciaal dat zowel de centrale regering als lokale leiders samenwerken om orde en veiligheid te herstellen.