Er is welvaart en welzijn, deze twee begrippen verwijzen naar de levenskwaliteit van de mens. Hoe verhouden welvaart en welzijn zich tot elkaar? Een hoge levenskwaliteit hangt af van verschillende factoren, zoals inkomen, gezondheid, veiligheid, het hebben van werk, een relatie of een gezin, de woonomgeving enzovoorts.
Welvaart kan worden geanalyseerd op basis van gestandaardiseerde besteedbare inkomens en iemands vermogen(geld). Het gaat om de mate waarin de behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd.
Daarnaast kan er worden gekeken naar de tevredenheid met het leven en naar de ervaren gezondheid(gevoel). Wanneer we ook kijken naar iemands overige behoeften, die niets te maken hebben met schaarse middelen, spreken we van welzijn. Daarbij houden we dus ook nog rekening met zaken zoals de behoefte aan liefde of het geluksgevoel. Van belang is niet alleen of iemand gezond is, maar ook hoe hij of zij die gezondheid ervaart? Welzijn vergt een gedrag, of eerder een gemoedstoestand waarbij een samenleving zich laat meten door tevredenheid, vriendschappelijkheid of geluksgevoel, en niet door besteedbaar inkomen of financieel vermogen. En dat vergt weer een omslag in ons denken en in ons handelen.
Gezondheid kan samenhangen met het inkomen. Mensen die meer geld te besteden hebben, kunnen gezonder zijn, maar mensen met een slechtere gezondheid hebben ook vaak minder mogelijkheden om een goed inkomen te verwerven. Gezondheid hangt ook vaak samen met andere factoren als leeftijd en leefstijl. Deels is een minder goede gezondheid ook gewoon pech: aandoeningen kunnen erfelijk zijn of iemand kan een ongeval met blijvende gevolgen hebben gehad. Gezondheid moet de mens meer tevredenheid geven dan inkomen, toch lijkt het alsof zowel gezonde als niet gezonde mensen tevredener zijn als hun welvaart groter is.
Een belangrijke maat voor de welvaart is het gestandaardiseerde besteedbare huishoudensinkomen. Dit is het bedrag dat van het bruto-inkomen overblijft na aftrek van premies en belastingen. Een tweede belangrijke maat voor de materiële welvaart van mensen is het vermogen. Het vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan uit financiële bezittingen (banktegoeden en effecten), onroerend goed en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer hypotheekschulden en consumptief krediet.
Mensen kunnen op basis van de welvaart en het welzijn – inkomen, vermogen, tevredenheid, gezondheid – in vier groepen worden verdeeld: één groep met een grote welvaart en een groot welzijn, één groep met grote welvaart en klein welzijn, één groep met kleine welvaart en groot welzijn en één groep met kleine welvaart en klein welzijn. Veel ouderen zijn niet meer economisch actief en hebben een lager inkomen dan mensen die betaald werk hebben dus hebben ze zelden een hoge welvaart gecombineerd met een hoog welzijn. Daarnaast neemt de gezondheid af met het ouder worden, zowel bij welvarende als niet welvarende ouderen.
De economische groei van nu gaat steeds meer ten koste van ons sociaal leven en natuurlijk kapitaal. Natuurlijke bronnen raken op, de klimaatverandering zet in een rap tempo door. Er is groeiende ongelijkheid in de samenleving, mensen vallen buiten de boot. Er liggen complexe vraagstukken op het gebied van zorg, vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt en armoede. Ook wordt er vaker gekeken of onze welvaart niet ten kostte gaat van welvaart in de toekomst of van welvaart in andere landen. De welvaart van nu is namelijk anders dan de welvaart van vroeger of in de toekomst. Kortom de welvaart is aan verandering onderhevig, terwijl welzijn een gevoel geeft van rust, vriendelijkheid en tevredenheid. Welzijn is een woord waar geen beweging in zit, je bent het of je bent het niet. En wanneer je het nu nog niet bent kun je werken aan je Zijn om dat Wel te laten worden.
Misschien zullen we de komende jaren aan Welvaart moeten inleveren. Grondstoffen, energie en voedsel worden duurder, overheidsbestedingen staan onder druk en de consument houdt door al die onzekerheid, de vingers op de knip. Een krimpende economie betekent voor veel mensen dat ze minder geld kunnen uitgeven, minder welvaart dus.
Van belang is om ons welzijn niet te laten afhangen van de welvaart waarin je leeft. We moeten er vooral voor waken dat minder welvaart ten koste gaat van de eigen gezondheid of het onderwijs aan kinderen.
Energieprijzen zullen bijvoorbeeld blijven stijgen door een groter wordende vraag naar steeds schaarser wordende fossiele brandstoffen. En voedselprijzen zullen blijven stijgen door een stijgende wereldvraag naar bijvoorbeeld graan en rijst, terwijl klimaatverandering nu al een grote negatieve invloed.
Beste mensen, probeer, figuurlijk gesproken, je lichaam te zien als je tuin en je wil als je tuinman die de tuin goed kan onderhouden of verwaarlozen. We moeten meer gaan letten op hoeveel we genieten dan op hoeveel we hebben. Echte tevredenheid komt namelijk van binnen uit. In plaats van energie te steken in het streven naar meer welvaart, kunnen we beter investeren in ons Welzijn.
“It is health that is real wealth and not pieces of gold and silver.” – Mahatma Gandhi”
Josta Vaseur