Als gekeken wordt naar alle bedragen aan wie vrijstellingen van invoerrechten wordt gegeven, zou het land vol met bedrijven moeten zitten. Dit zei Financiën-minister Stanley Raghoebarsing over het besluit van de regering om de algemene beschikking voor vrijstelling van invoerrechten voor bedrijfsgoederen op te schorten. De minister verduidelijkte vrijdag tijdens de openbare vergadering van de Nationale Assemblee dat de desbetreffende algemene beschikking vorig jaar is geslagen voor de duur van 1 jaar met als einddatum 27 juni. Dus een ieder die met deze beschikking werkt wist dat de geldigheid van de beschikking op 27 juni zou eindigen.
De vrijstelling van invoerrechten voor bedrijfsgoederen was bedoeld om investeringen door bedrijven te stimuleren. De minister onderkent dat er geen instrumenten zijn ingesteld om te toetsen of de bedrijfsinvesteringen inderdaad zijn gedaan. Echter als naar de bedragen wordt gekeken die aan vrijstellingen van invoerrechten is weggegeven, “dan zou het land vol moeten zitten met bedrijven”.
De werking van de algemene beschikking voor vrijstelling van invoerrechten voor bedrijfsgoederen is aan evaluatie toe. Met het bedrijfsleven zal hierover worden overlegd.
De opschorting van de algemene beschikking geldt niet voor de invoer van medicijnen, basisgoederen en het zogeheten Grondstoffenbesluit voor bedrijven. Deze voorzieningen gaan gewoon door.