Het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) heeft woensdag juli bekendgemaakt, dat al op 16 februari van dit jaar een aanvraag is binnengekomen van Newmont Suriname, LLC voor het recht van grondhuur voor industriële doeleinden. Het gaat om de bouw van een tailing storage facility op een stuk grond in het district Sipaliwini, met een omvang van ongeveer 3.145 hectare.
Belanghebbenden kunnen hun zienswijzen over deze aanvraag schriftelijk of mondeling kenbaar maken bij het bestuursorgaan of Domeinkantoor. De termijn hiervoor bedraagt zes weken vanaf de datum van de bekendmaking, 4 juli, aldus GBB-minister Dinotha Vorswijk.
Newmont Suriname wil een tweede zogenoemde ‘tailing pond’ ontwikkelen bij haar Merian goudmijn. Over deze plannen houdt het goudmijnbedrijf (onderdeel van het Amerikaanse Newmont Corporation) een openbare vergadering dinsdag 9 juli in Hotel Torarica.
Het bedrijf wil dan tekst en uitleg geven en het publiek informeren over
de ‘Environmental and Social Impact Study van het Tailings Storage Facility II project’. Informatie over het project zal beschikbaar zijn voor beoordeling tijdens deze vergadering, aldus Newmont Suriname.
- Een ‘tailing pond’ ofwel residubekken is de natte opslagplaats voor het afval en de bijproducten die overblijven uit de mijnbouw – zoals slib of vloeibaar chemisch afval van mijnbouwinstallaties. Dergelijke residubekkens zijn vaak erg groot.
De nieuwe tailing pond grenst aan het al bestaande residubekken, die zijn capaciteit bereikt in 2028. Het bedrijf stelt dat het nieuwe bekken geen impact zal hebben op de omgeving. “Drie gevolgen van het project werden aangemerkt als restgevolgen van matige betekenis, terwijl de overige gevolgen een verwaarloosbare of minimale restgevolgen hadden.”
De ontwikkeling van de tweede tailing pond heeft inherente risico’s die kunnen leiden tot ongeplande gebeurtenissen, aldus Newmont Suriname, zo is te lezen in de zogenoemde ‘Niet Technische Samenvatting’ voor het project Merian Mine Tailings Storage Facility 2, opgesteld door Newmont Suriname, gedateerd 24 juni 2024.
Newmont stelt in haar rapport, dat de gevolgen van risicofactoren verwaarloosbaar of minimaal geacht worden, met uitzondering van het scenario van een dambreuk, dat extreme gevolgen zou kunnen hebben maar waarvan de waarschijnlijkheid zeer minimaal is.
“De dammen zijn ontworpen om te voldoen aan de beste industriële veiligheidsnormen”, aldus het mijnbouwbedrijf.