Dit artikel wordt ingeleid met een kort verhaaltje. Een wolf was door een auto geraakt. Een goedhartige vrouw die het beest zag liggen, kon zijn lijden niet aanzien. Ze pakte het beest op en verzorgde hem thuis totdat hij helemaal genezen was.
Op een dag besprong de wolf de vrouw en beet haar. De gewonde vrouw keek de wolf verbijsterd aan en vroeg: ”Waarom heb je mij gebeten, ik ben toch goed voor je geweest?” De wolf antwoordde: ” Iedereen weet dat wolven niet te vertrouwen zijn, men spreekt zelfs van een wolf in schaapskleren, dus mijn beet zou geen verrassing voor jou moeten zijn. Deze situatie heb je te danken aan jouw domme, goedgelovige hart. Door je naïviteit, vergat je dat sommige mensen een wolf zijn en wolf blijven, ze zullen je voorliegen, verleiden en charmeren. Enkele mensen leren pas als ze gebeten worden, maar er zijn ook mensen die nooit leren, al worden ze gebeten en daar ben jij het wandelende voorbeeld van. Ik wil wedden dat je de volgende keer weer je goedgelovige hart zal laten spreken en weer in een val zal trappen.”
De moraal van dit verhaal is dat vele mensen door hun goedgelovigheid zullen worden bedrogen en ontgoocheld. Bijvoorbeeld een vrouw ziet aan het gedrag van haar vriend dat hij niet deugt, dat hij agressief is, losse handjes heeft, de scheve schaats berijdt, tegen haar liegt en toch gelooft ze het steeds weer als hij beterschap belooft. Een moeder ziet met eigen ogen dat haar kind zuipt, steelt en liegt en toch ai djompo gi eng bij elk incident. Er zijn getrouwde mannen die zien dat hun vrouw goed en betrouwbaar is en toch laten ze zich verleiden door een andere vrouw.
En zo zijn er vele voorbeelden te noemen van mensen die ziende blind en horende doof zijn, kortom goedgelovige mensen die nog niet hebben geleerd dat sommige mensen in je leven komen als zegeningen en anderen als lessen.
Ditzelfde fenomeen van goedgelovigheid heeft Suriname, wat de politiek betreft, in zijn greep. Tijdens elke verkiezingscampagne roepen politieke leiders allerlei mooie beloften naar het volk. Het volk laat zich inpakken, omdat het gros onwetend en naïef is en niet heeft geleerd om zelf te denken. Door gebrek aan inzicht, openen velen hun goedgelovige hart voor al die mooie beloften en staan niet open voor andere visies of ideeën. Er is zelfs sprake van een zekere verliesaversie. Mensen zijn bang en klampen zich vast aan het oude bekende.
Ook hebben veel mensen ‘last van’ vooronderstellingen die zijn gevormd door opvoeding, opleiding, het sociale netwerk, de eigen achtergronden enz. En die vooronderstellingen zijn daarom in hun ogen altijd 100% de waarheid.
Mensen trappen vaak in de valkuil van het autoriteitsargument. In hun ogen hebben hooggeplaatsten altijd gelijk.
Het gevolg is dat mensen worden gebeten, ontgoocheld en teleurgesteld. Daarom is het onbegrijpelijk dat deze mensen achteraf diezelfde bedrieger en leugenaar omarmen en hem staan toe te juichen. Ze zijn simpelweg vergeten wat ze hebben gezien en ervaren, ze voelen de beetwonden nog op hun ziel en toch geven ze zich weer over aan diezelfde onbetrouwbare wolf. Deze mensen hebben duidelijk een groot gebrek aan mensenkennis. It’s easier to fool people than it is to convince them, they have been fooled.
Mensenkennis betekent inzicht hebben in de motieven, beweegredenen, emoties, persoonlijkheden, gedachten en gedragingen van iemand. Mensen zijn geneigd slechts over ’t uiterlijk, dus ‘t gedrag te oordelen, maar hoe iemand zich gedraagt is niet altijd hetzelfde als hoe iemand in elkaar steekt. Voor mensenkennis moet men zich kunnen én willen inleven in de ander. Mensenkennis begint bij zelfkennis. Mensenkennis is een wisselwerking waarbij open, eerlijk verbinding maken met de ander van wezenlijk belang is maar dat gebeurt juist vaak niet.
Wat de politieke kandidaten betreft, wordt in Nederland elke man of vrouw voor zijn of haar benoeming gescreend door een commissie. Met het gevolg dat het volk van iedere kandidaat een eerlijk en helder beeld verkrijgt over het privé leven, diploma’s, werkervaring, pro punten en gemaakte fouten in het verleden en vooral hun financiën. Kortom het keuzemateriaal dat het volk wordt aangereikt is open en eerlijk.
In Suriname krijgt het volk niet de kans om het kaf van het koren te scheiden, omdat het moet kiezen zonder voorkennis over de kandidaten. Het volk wordt als ‘t ware gedwongen te kiezen op basis van uiterlijk, mooie beloften, omkoping en vooral etniciteit. De binnenland bewoners stemmen op Brunswijk, de Javanen op Somo enz. Op deze basis kan het volk dus niet kritisch te zijn. De fout ligt dus niet bij het volk maar bij het systeem.
En omdat kandidaten met een crimineel verleden of een smet op de naam weten dat ze niet worden gescreend, plaatsen ze zich schaamteloos op de kiezerslijst. Het volk haalt zo onbewust een wolf binnen. ( Sur zat daarom opgescheept met Bouterse en Brunswijk)
Het volk van Suriname heeft zo’n screeningssysteem nodig. Dat komt echter niet aanwaaien, het volk moet hierin worden opgevoed. Kofi Annan en Nelson Mandela zeiden eens: “Kennis is macht, informatie werkt bevrijdend en onderwijs is het machtigste wapen om vooruitgang te realiseren.
Knowledge is power. Information is liberating. Education is the premise of progress, in every society, in every family. (Kofi Annan)
Josta Vaseur