Het Asssembleelid Ronny Asabina (BEP) beklaagt zich ernstig over het feit, dat scholieren van het binnenland zijn uitgesloten van de Herkansings- en Extra Aandachtscholen die het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuuur van plan is in de komende grote vakantie uit te voeren. Van de 17 basisscholen die het district Brokopondo telt, zijn slechts twee geselecteerd voor dit project. De rest van het binnenland is niet meegenomen.
Asabina noemt deze uitsluiting “barbaars” en de zoveelste discriminatie van bewoners van het binnenland ten opzichte van de kustvlakte. De meeste drop-outs komen in het binnenland voor en men zou denken dat er juist daar extra aandacht wordt gegeven. Het argument van uitsluiting van het binnenland van dit onderwijsproject zou liggen in de uitgestrektheid van het achterland.
Asabina kan geen goed woord hierover hebben. Het komt dus volgens hem erop neer dat het lot van de leerlingen in het binnenland verbonden is aan het feit dat men daar is geboren en er woont. Hij vraagt het ministerie van Onderwijs om het besluit om de basisscholen in het binnenland niet mee te nemen in dit project te heroverwegen.
Herkansings- en Extra Aandachtscholen
De Herkansingsscholen zijn bedoeld voor leerlingen die nog net de eindstreep niet hebben behaald. In de vakantie krijgen zij lessen verzorgd, waarna zij een herkansingstoets maken om alsnog het volgend leerjaar te behalen. Er zullen lessen verzorgd worden in de vakken Reken en Taal.
De Extra Aandachtscholen zijn voor leerlingen die een achterstand van meer dan een leerjaar hebben. Leerlingen krijgen de kans om hiaten uit vorige leerjaren aan te pakken. Er wordt lesgegeven in Taal, Lezen, Schrijven en Rekenen. Op de Extra Aanbdachtscholen zullen leerlingen ingedeeld worden op basis van specifieke achterstanden. Zij zullen stap-voor-stap worden begeleid naar het niveau van hun klas.
Structurele discriminatie
Asabina heeft in het parlement vaker zijn onvrede en onbegrip uitgesproken over het feit dat bewoners van het binnenland structureel gediscrimineerd worden als het gaat om voorzieningen en maatregelen van overheidswege. Zo heeft hij vaak erop gewezen dat de kosten van goederen en diensten voor binnenlandbewoners vele malen duurder zijn dan in de kustvlakte. Tevergeefs heeft hij in het recente verleden de regering aandacht hiervoor gevraagd en de nodige maatregelen te treffen.
Bij het meten van de maandinflatie worden de prijzen in het binnenland niet meegenomen. Indien dat wel het geval was, zou de inflatie veel hoger zijn dan nu is vastgesteld. Logistieke redenen worden daarvoor als argument aangevoerd.