Analyse sociaal beschermingsstelsel in Suriname over periode 2015-2023  

Recentelijk heeft de Stichting Planbureau Suriname, in samenwerking met UNICEF Guyana en Suriname, een publicatie gelanceerd met een uitgebreide analyse van het sociaal beleid gericht op kinderen, adolescenten en volwassenen in Suriname, over de periode 2015 tot en met 2023. Dit onderzoek is uitgevoerd en het rapport is geschreven door dr. Rosita Sobhie, die als zelfstandig onderzoeker optrad. Het rapport presenteert diverse belangrijke bevindingen binnen het sociaal beleid van Suriname. 

In Suriname is het sociaal beschermingsstelsel algemeen bekend, maar vaak ligt de nadruk op slechts vier programma’s die landelijke dekking bieden en regelmatig worden uitgevoerd. Deze zijn: de Algemene Kinderbijslag (AKB) voor kinderen, de Algemene Oudedagsvoorziening (AOV) voor senioren, uitkeringen voor mensen met een beperking en zwakke huishoudens. Ook is er geruime tijd aandacht besteed aan koopkrachtversterking. Niettemin omvat het sociaal beleid veel meer dan deze programma’s.

Kinderen en volwassenen

Het onderzoek toont aan dat de programma’s voor sociale bescherming van kinderen en volwassenenin de praktijk niet goed aansluiten bij de doelgroep. Ondanks de toekenning van negen jaarlijkse begrotingsprogramma’s door de overheid, zijn deze niet volledig geïntegreerd in het sociaal beleid. Een ernstig probleem is dat het bedrag van de Algemene Kinderbijslag (AKB) ver onder de nationale armoedegrens ligt, zelfs minder dan de gangbare grens van één Amerikaanse dollar per dag, wat zorgwekkend is. 

Een veelvoorkomend probleem is ook dat de uitkeringen de kinderen meestal niet bereiken. Kinderen en adolescenten uit tribale volkeren verdienen meer aandacht, evenals kinderen met een beperking, wat momenteel nog steeds minimaal is. Bovendien is de toegang  tot de basiszorgverzekering (BAZO) ook niet in alle districten optimaal.

Senioren 

De resultaten uit het  onderzoek tonen aan dat ongeveer 60 procent van de senioren burgers alleen afhankelijk is van een AOV-uitkering, terwijl 40 procent ook een pensioenuitkering ontvangt. Seniore burgers met alleen een oudedagsvoorziening die onder de armoedegrens ligt, zijn financieel heel erg kwetsbaar. Binnen de gezondheids- en ouderenzorg  bestaat er een grote behoefte aan  beschikbare medicijnen en diensten. Senioren uit de districten en het binnenland kampen met meerdere problemen, zoals weinig zorg vanwege de trek  van volwassenen en families naar de stad voor werk en scholing. 

Volwassenen en huishoudens

Bij de huishoudens bestaan er nog steeds onduidelijkheden over ondersteuningsprogramma’s binnen het sociaal beschermingsstelsel. Dit onderzoek heeft ook de districtscommissarissen meegenomen, die in elk district verschillende ervaringen hebben met het genoemd stelsel. Het doen van  aanvragen, de procedures en het ontvangen van uitkeringen verlopen niet vlekkeloos, vooral in districten waar meer logistiek werk bij komt kijken. Ook vormt het gokprobleem onder volwassenen een zorgpunt. Veel mensen kunnen geen medische behandelingen krijgen vanwege hoge transportkosten, vooral in afgelegen districten, ook de toegang tot de toegewezen koopkrachtversterking wordt hierdoor belemmerd. 

Huishoudens missen belangrijke programma’s op het gebied van geestelijke gezondheid, maatschappelijk werk, onderwijs en werkgelegenheid. De Basiszorgverzekering (BAZO) functioneert niet in alle districten even goed, en het Moni Karta-systeem is onvoldoende beschikbaar in de afgelegen districten.

De resultaten van dit rapport kunnen worden gebruikt om beleidsmakers en organisaties te informeren over de stand van zaken, en de knelpunten van het sociaal beschermingsstelsel in het algemeen en voor genoemde groepen in het bijzonder, en hoe dat stelsel te (her)ontwerpen zodanig dat ook de meest kansarme mensen er gebruik van kunnen maken. 

Voor meer informatie en het raadplegen van het rapport wordt verwezen naar de website van UNICEF Guyana en Suriname.

error: Kopiëren mag niet!