Arnhem biedt excuses aan voor slavernijverleden van de stad

Arnhem heeft in navolging van andere steden excuses aangeboden voor het slavernijverleden van de stad. Dat deed burgemeester Ahmed Marcouch vandaag, zondag 30 juni, in Park Zypendaal in Arnhem, een dag voor Keti Koti.

De gemeente Arnhem liet ongeveer anderhalf jaar lang onderzoek doen naar het Arnhemse slavernijverleden. “Wat onomstotelijk vaststaat is dit: het Arnhemse stadbestuur was eeuwenlang actief en rechtstreeks betrokken bij het opzetten, uitbouwen en exploiteren van een onmenselijk economisch systeem dat gebaseerd was op slavernij en de handel in slaafgemaakten”, zei de burgemeester daarover. “Daarvoor bied ik, namens het stadsbestuur van de gemeente Arnhem, de nazaten mijn diep doorvoelde excuses aan.”

Na allerlei studies en gesprekken over de gevolgen van de slavernij, weet Arnhem ‘maar al te goed’ waar het excuses voor maakt, zei Marcouch.

Zo heeft de stad veel landgoederen en villa’s aan de slavernij te danken, maar speelden ook twee vroegere burgemeesters een rol in het slavernijverleden. Een van hen was betrokken bij de oprichting van de West-Indische Compagnie, de ander investeerde.

“Het idee dat dit normaal was, is doorgedrongen tot mijn werkkamer. Ik zie dagelijks twee tot slaaf gemaakte jongens in het familiewapen van burgemeester Pels Rijcken, in het glas in lood van mijn werkraam”, zei Marcouch. “Het herinnert mij eraan hoe goed het is om discriminatie en uitbuiting onze stad uit te werken.”

Arnhem wil een herdenkingsmonument voor het slavernijverleden neerzetten in Park Zypendaal.

Onder meer Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen, Utrecht, Vlissingen, Middelburg, de provincies Zuid-Holland en Zeeland gingen Arnhem voor.

error: Kopiëren mag niet!