De opkomst van social media heeft een nieuw tijdperk van transparantie en verbondenheid ingeluid, maar in Suriname brengt dit ook dagelijkse schendingen van mensenrechten aan het licht. Platforms zoals Facebook en WhatsApp worden veelvuldig gebruikt om misstanden te delen, variërend van cyberpesten en privacy-inbreuken tot meer ernstige schendingen zoals racisme en haatdragende taal.
Deze onthullingen zijn een dubbelzijdig zwaard: ze maken bewust en bieden een stem aan de gemarginaliseerden, maar ze wijzen ook op de tekortkomingen binnen ons justitieel systeem.
Het justitieel systeem in Suriname is niet voldoende toegerust of bemensd om daders snel op te sporen en te berechten. Terwijl moderne technologieën zoals geavanceerde forensische software in andere landen gangbaar zijn, ontbreekt het in Suriname vaak aan de nodige middelen en expertise. Dit gebrek aan capaciteit veroorzaakt een gevoel van straffeloosheid onder daders en wanhoop bij slachtoffers.
Lucinda, een psychologe die pleit voor mensenrechten in de digitale wereld, benadrukt het belang van een sterke en responsieve juridische infrastructuur. Ze stelt dat de rechten van individuen in de digitale ruimte even belangrijk zijn als in de fysieke wereld. Volgens haar moeten er specifieke wetten en handhavingsmechanismen komen die rekening houden met de unieke uitdagingen van digitale misdrijven. Dit zou niet alleen de bescherming van mensenrechten bevorderen, maar ook bijdragen aan een groter vertrouwen in het rechtssysteem.
Lucinda’s pleidooi roept op tot actie: een gezamenlijke inspanning van beleidsmakers, technologiebedrijven en de civiele maatschappij om een veiligere digitale omgeving te creëren. Technologie kan dan een kracht voor goed blijven, terwijl mensenrechten worden beschermd en rechtvaardigheid wordt gewaarborgd. In haar visie kan Suriname voorop lopen in de bescherming van digitale mensenrechten, wat een krachtig voorbeeld zou zijn voor de rest van de wereld.