Tijdens de late 19e en vroege 20e eeuw regeerde koning Leopold II van België over de Kongo-Vrijstaat als zijn persoonlijke kolonie.

Onder zijn uitbuitende regime heeft het Congolese volk enorm geleden. Het voornaamste motief van koning Leopold was om zoveel mogelijk rijkdom uit Congo te halen, vooral door middel van de rubberproductie.

Om zijn controle af te dwingen en de winsten te maximaliseren, legde koning Leopold de Congolese bevolking een schrikbewind op.

Deze foto legt een grimmig aspect van de brutaliteit vast. Congolese individuen die er niet in slaagden te voldoen aan de veeleisende rubberproductiequota van de Belgische overheid, werden onderworpen aan zware straffen.

Duizenden Congolezen werden geëxecuteerd, inclusief openbare ophangingen, of hun handen werden geamputeerd als strafmiddel.

Deze wrede daden werden gepleegd als afschrikmiddel en als middel om de controle over de lokale bevolking te behouden.

De wreedheden die in deze periode zijn begaan, zijn goed gedocumenteerd en worden beschouwd als een van de donkerste hoofdstukken uit de koloniale geschiedenis.

Op de foto is een minderjarig slachtoffer van deze Belgische wreedheden in Congo afgebeeld naast een missionaris.

Missionarissen speelden in deze periode een complexe rol, aangezien sommigen medeplichtig waren aan het uitbuitingssysteem, terwijl anderen mogelijk een bepaald niveau van humanitaire hulp hebben geboden.

Het beeld dient als een angstaanjagende herinnering aan het diepe lijden dat het Congolese volk heeft ondergaan onder het onderdrukkende regime van koning Leopold.

error: Kopiëren mag niet!