Het is een zeer positieve zaak dat Volksgezondheid met de bonden die onder haar vallen een goed gesprek aan het voeren is om te komen tot goede arbeidsvoorwaarden. Het gaat onder andere om de bonden bij het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG). Hier gaat het vooral om de vervoers- en kledingtoelage. Ook met de Algemene Bond van Personeel bij Volksgezondheid, de Bond van Inspecteurs bij de Milieu-Inspectie en de Bond van Personeel van het BOG zullen er gesprekken komen. Deze bonden zijn allemaal, omdat ze aan het staken waren, voor de rechter gedaagd. Volksgezondheid had een Kort Geding aanhangig gemaakt nadat deze bonden in staking waren gegaan. Het Hof van Justitie heeft gemeld dat op de zitting de mogelijkheid besproken is om de acties op te schorten. De bedoeling is om binnen 2 tot 4 weken tot een oplossing te komen, uiteraard een die bevredigend is voor alle partijen.
Opmerkelijk is dat de rechter de bonden heeft bevolen om de acties op te schorten onder een voorwaarde. Dat is dat aan de Kantonrechter de uitnodiging van de directeur aan de bonden en het verslag van de onderhandelingen worden opgestuurd.
De rechtszaak aanhangig gemaakt door Volksgezondheid is niet afgesloten, over 2 weken vindt de vervolgzitting plaats.
Het BOG is een dienst die toch wel actief is in de samenleving. Het is een instituut dat zijn waarde en bestaansrecht heeft bewezen. Dat kan in mindere mate gezegd worden van de Milieu-Inspectie, en dan hebben we ons echt wel mild uitgedrukt.
De Milieu-Inspectie met de geüniformeerde ambtenaren die tot aan huis kwamen, zijn van een zichtbare dienst met gezag gegaan naar een onzichtbare eenheid waarvan het bestaan niet wordt gemerkt. Zo kan het voorkomen, dat deze dienst maanden staakt en dat de gemeenschap er geen last van ondervindt. Dat komt omdat deze dienst van een dienstverlenende en dienende organisatie verworden is tot een corrupte en luie klaagorganisatie. Deze dienst is geen dienst van de mogelijkheden, maar een dienst van beperkingen. Er zijn altijd problemen bij deze dienst. De ambtenaren hebben heel veel problemen en de bond slaagt er niet in om preventief regulier overleg te hebben met de directie. Wij hebben de indruk dat het nooit meer goedkomt met de Milieu-Inspectie. Deze dienst is geen actor in het milieugebeuren. Het is een ouderwetse, obsoleet geworden appendix die niet weggesneden kan worden omdat het puur werk verschaft. De Milieu-Inspectie is werkverschaffing, mensen werken daar en dat is de enige meerwaarde. Een staking bij de Milieu-Inspectie is toch wel iets anders dan een staking bij het BOG.
De inspecteurs van Milieu-Inspectie zijn het voorbeeld van de overbodige ambtenaren die het ambtenarenapparaat inefficiënt maken. De algemene bond van het ministerie is van de normale ambtenaren. Die zijn heel zelden in het nieuws.
In Suriname dienen de ministers een goede begeleiding te krijgen hoe om te gaan met de vakbonden binnen de ministeries. Het is in Suriname vaak te merken dat ministers een zeer vijandige houding hebben naar de bonden in het bedrijf toe. Dit zorgt ervoor dat er dan spanningen ontstaan op de ministeries. De ministers handelen dan eerder vanuit macht dan uit gezag. Men loert dan de ambtenaren die het voortouw hebben in de bonden en die worden het leven zuur gemaakt.
Wat we ook veel zien is dat aan het hoofd van de bonden vaak personen zitten die komen uit de gelederen van de partijen die in de coalitie zitten. De algemene ledenvergaderingen van de bonden laten dit toe. De beredenering is waarschijnlijk, dat met politici aan het hoofd van de bonden er een betere relatie zal zijn met de ministers en dat zaken eerder voor elkaar kunnen worden gekregen. Soms zijn er duidelijk mensen uit een ander politiek kamp als voorzitter in de bonden. Dan is er ook constant ruzie. Een voorbeeld is het ministerie van OW.
Zo nu en dan zien we pogingen van ministers om middels intriges en machtsmisbruik bonden op te richten als alternatief voor de politiek vijandige bonden. Dat worden dan in de praktijk schaduwbonden genoemd, iets wat is verboden. Dit zou gepoogd zijn bij OW en JusPol in de afgelopen periode.
Wat wij ook een zorgelijke ontwikkeling vinden is dat rechters heel snel ertoe overgaan om stakingen onrechtmatig te verklaren of stakingen op te laten schorten. De verklaring hiervoor in de wereld van de vakbeweging is dat de rechters geneigd zijn om in het voordeel van de regering te besluiten. Daarbij wordt dus gebruikgemaakt van de kritiek die er is vanuit de oppositie op de rechterlijke macht die ten dienste zou staan van de politiek.
Al met al vinden wij het een positieve zaak dat VGZ en de bonden met elkaar in gesprek zijn. Het is noodzakelijk dat ministers en bonden regulier met elkaar in overleg zijn, met oprecht overleg. En dat een lijst van afspraken wordt bijgehouden en gemonitord en dat ministers hun best doen om de afspraken na te komen. Dat zal leiden tot minder conflicten.