Werkverhoudingen tussen OBS en ministerie van OWC zijn herstellende

De werkverhoudingen tussen de schoolvervoerders aangesloten bij de Organisatie van Bus- en boothouders in Suriname (OBS) en het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) is zich aan het normaliseren. OBS-voorzitter Antonius Pokie is zeer content hierover. 

De uitbetaling van de salarissen aan de bus- en boothouders over de maand mei heeft deze maand voor de 15e zonder enige vertraging plaatsgevonden. Aan de uitbetaling van de brandstofcompensatie wordt gewerkt, en naar het zich laat aanzien zal dit uiterlijk volgende week een feit zijn. 

Met de leiding van het minOWC zijn ook goede afspraken gemaakt met betrekking tot de aanvang van de onderhandelingen om te komen tot nieuwe huurtarieven voor  bussen en boten. De commissie die zijdens het minOWC zich over deze zaak moet gaan buigen is ondertussen ingesteld. Naar verwachting zullen de onderhandelingen volgende week aanvangen. De commissie die namens het ministerie met de OBS rond de tafel gaat zitten wordt voorgezeten door Wonnie Boedhoe.

Vakantievervoer

Een nog openstaande kwestie is de uitbetaling van gelden die betrekking hebben op vakantievervoer. Het betreft hier vervoer van leerkrachten van en naar hun standplaatsen in het binnenland. De gelden over de Kerst- en Paastvakantie hebben de schoolvervoerders nog te goed bij het ministerie.  De OBS hoopt dat de stukken tijdig worden opgemaakt en doorgeleid naar het ministerie van Financiën. 

OBS-voorzitter Antonius Pokie ziet niet graag dat de scholen in het binnenland veel later starten dan in de rest van het land, enkel en alleen omdat de leerkrachten niet op tijd terug zijn op hun standplaats. Na de afgelopen Paasvakantie zijn de scholen in het binnenland hierdoor bijna twee weken later gestart dan in de stad.

Samenwerking vertroebeld

De werkverhoudingen tussen de schoolvervoerders aangesloten bij de OBS en het ministerie van OWC zijn behoorlijk vertroebeld geraakt na gedane uitspraken van minister Henry Ori op 20 april over de schoolvervoerders. De bewindsman verweet de bus- en boothouders van wanprestaties en chantage gedrag naar het ministerie toe. De OBS heeft daarna op een belegde persconferentie behoorlijk van zich afgebeten en de beschuldigingen van de Onderwijs-minister ontkracht. 

De OBS wees erop dat de bij haar aangesloten bus- en boothouders die zorg dragen voor het schoolvervoer een bedrijfsvoering hebben en dat bij steeds late uitbetaling van salarissen en andere tegoeden zij in grote problemen raken. Zij moeten vaak de aankoop van brandstof voor hun bussen en boten voorschieten om zodoende toch het schooltransport niet te stagneren. Indien er niet gereden of gevaren wordt komt dat niet door onwil of opzet, maar door overmacht. Veelal hebben de schoolvervoerders niet de financiële ruimte om zaken voor te schieten.

error: Kopiëren mag niet!