Moslims over de hele wereld hebben het offerfeest gevierd over een paar dagen. Dit feest wordt gevierd 70 dagen na Ied-ul-Fitre wat het einde van het vasten markeert. Op de dag van het Offerfeest is het gebruik in Suriname dat moslims stieren offeren als onderdeel van de bedevaart die in Mekka gaande is. Het is opvallend, ook bij bezoekende familieleden uit Europa, dat stieren in Suriname duur zijn en dat er toch zoveel stieren worden geofferd, ondanks dat er een zogenaamde armoede zou heersen in Suriname.
Het offeren van dieren zou naar verluidt een gewoonte zijn die teruggaat naar het (Bijbelse) verhaal van Abraham wiens geloof door God op de proef werd gesteld. Toen hij bereid was het meest kostbare wat hij had te offeren, kreeg hij de boodschap dat hij de proef had doorstaan en dat hij uiteindelijk een lichtere offer mocht doen en dat was een schaap. Het offeren van dieren tijdens Ied-ul-Adha heeft een diepe geestelijke betekenis. Het staat symbool voor het offeren van het dierlijke in ons. Het dierlijke zijn de wensen en verlangens in de mens die niet conform het gebod van God zijn en die ons leiden tot zonden. Het offeren symboliseert ook de plicht om nederig te zijn tegenover God die leven geeft. Het staat ook symbool voor het zorgen voor de medemens die het op dat moment moeilijk heeft en het delen van het bezit dat men van God krijgt met degenen die behoeftig zijn.
De diepere betekenis van het offerfeest is niet bij iedereen die offert bekend. De mens is zwak en ook bij het offeren zijn er verleidingen die velen niet kunnen doorstaan. Zo zijn er personen die wedijveren met anderen wat betreft de prijs van de stier die men offert. Deze personen offeren dus voor de show. Dan zijn er personen die offeren voor het vlees of voor prestige. Verder zijn er personen die het offeren niet zien als een moment van bezinning om nederig te zijn tegenover God en om terug te keren op het pad van God, En dan zijn er de personen die uit gierigheid weigeren om het vlees te delen met de armen. Bij het delen van het vlees gebeurt dat ongeacht ras of geloof of geslacht en leeftijd. De nederigheid heeft ook te maken met de wijze waarop de dieren worden geofferd. Het is een gebod de dieren pijnloos te offeren. We zien in de moslimgemeenschap helemaal geen aandacht voor dit gebod dat ook zou komen van de profeet van de moslims.
De nadruk ligt in Suriname nog teveel op het vaststellen van de nationale vrije dag en het krijgen van de ruimte van de regering om dieren op de eigen locaties te slachten waarvoor er een vergunning vereist is. Er moeten maatregelen getroffen worden om pijnloos te offeren.
Het Offerfeest of het Grote Feest is het tweede eid-feest in de islam. Het wordt gevierd ter nagedachtenis aan de profeet Ibrahim (Abraham), die bereid was zijn zoon te offeren voor God. De Koran noemt echter geen naam van de zoon bij de beschrijving van dit verhaal in het vers “De in de Rangen Behorenden”. De meeste moslims nemen aan dat het zou gaan om zijn zoon Ismaïl, terwijl in de Bijbel Isaak genoemd wordt als de zoon die geofferd moest worden.
Toen Ibrahim zijn zoon ter ere van God met een mes wilde doden, klonk de stem van God en die stuurde vervolgens de engel Djibriel (Gabriël) naar profeet Ibrahim die zei dat een ram de plaats van de zoon mocht innemen. Het Offerfeest is het grote feest terwijl het Suikerfeest (Eid-al-fitr of Eid al-Fitr) het kleine feest wordt genoemd. Op deze dag wordt door moslims geslacht. Het vlees wordt door hen gegeten en verdeeld onder armen, buren en familieleden. Om een overschot aan vlees te voorkomen kunnen meerdere mensen samen een dier slachten.
Voor sommige mensen is het gebruikelijk geworden om niet zelf een dier te (laten) slachten, maar om een geldsom over te maken naar een stichting die het vlees geeft aan mensen in arme landen die het echt nodig hebben. De geldsom die overgemaakt wordt, is gelijk aan de prijs van een offerdier in het betreffende land. Deze gewoonte komt niet of nauwelijks voor in Suriname. Het feest valt op de 10e dag van de Hadj-maand (Dhoe al-Hidzjah), na voltooiing van de hadj. Dit is ongeveer 70 dagen na het einde van de ramadan.
Het Eid al-Fitr duurt een dag, terwijl het Offerfeest oftewel Eid al-Adha vier dagen duurt. Op de eerste dag is er, net als met Eid al-Fitr, een extra gezamenlijk gebed, gevolgd door een preek van de imam van de moskee. Iedereen wordt verwacht zich netjes en zo mogelijk in nieuwe kleren te kleden. Het feest herinnert een moslim eraan dat hij/zij bereid dient te zijn om indien mogelijk alles op te offeren voor God, zoals Ibrahim zijn zoon wilde opofferen.
Het centrum van de wereldwijde viering van het Offerfeest is de kleine stad Mina, dicht bij Mekka. De groei van het aantal pelgrims heeft ertoe geleid dat er enorme hoeveelheden dieren geslacht worden, iets dat soms als verspilling wordt gezien. De hadj-autoriteiten zorgen er echter voor dat het vlees in ingevroren toestand bij behoeftigen over de hele wereld terechtkomt. De verdeling van vlees onder de armen wordt beschouwd als een religieus geïnspireerde vorm van liefdadigheid (´´qurban´´).
Omdat de islamitische kalender een maankalender is en geen zonnekalender, verschuift hij elk jaar circa tien dagen ten opzichte van de Gregoriaanse kalender. Zodoende valt ook het Offerfeest elk jaar ongeveer tien dagen vroeger (volgens de westerse kalender) dan in het jaar ervoor.