Vanuit de Surinaamse en Caribische gemeenschap komt stevige kritiek op de komst van Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) bij Keti Koti op 1 juli in het Amsterdamse Oosterpark. “Hij laat zich denigrerend en racistisch uit over Afro-Caribische Nederlanders”, zo is te lezen in een breed ondertekende brief. Bosma zelf lijkt niet voornemens iemand anders te sturen.
“Met klem” roepen de briefschrijvers de Tweede Kamer, de Amsterdamse gemeenteraad en het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis, Ninsee, op ervoor te zorgen dat de nationale herdenking van het einde van de slavernij op 1 juli niet wordt ‘onteerd’ door de komst van Bosma. Ninsee organiseert de herdenking.
Bosma reageerde maandag in een Kamerdebat op de brief en het verzoek van Ninsee om “te reflecteren” en “een gebaar” te maken. “Ik heb nog nooit meegemaakt dat een Kamervoorzitter die is uitgenodigd eerst moet reflecteren. En excuses ook nog.”
De voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer leggen op 1 juli een krans tijdens Keti Koti. Bosma’s functie als Kamervoorzitter en zijn persoon kunnen volgens de opstellers van de brief “niet los van elkaar worden gezien”.
In zijn rol als PVV-Kamerlid keerde Bosma zich eerder tegen het opzetten van een fonds voor bewustwording over het slavernijverleden. Hij sprak onder meer over “slavernijgedram”. Volgens de briefschrijvers heeft Bosma bovendien een “reputatie van racisme”, waardoor zijn aanwezigheid bij de kranslegging “door de Afro- en inheems-Caribische gemeenschap als een intense belediging wordt ervaren”.
Bovenal is Bosma het Kamerlid dat de excuses voor het Nederlandse slavernijverleden wil terugdraaien. Met zijn komst op 1 juli zou daarom een “grens” worden overschreden, en wordt de betekenis van Keti Koti “geweld” aangedaan. “Een kranslegging door deze Kamervoorzitter onteert de intrinsieke betekenis van dit moment voor veel Nederlanders”, schrijven ze. “Het ontneemt iedere waarachtigheid aan het eerbewijs dat die daad symboliseert.”
Ninsee wil nu dat Bosma nadenkt over zijn uitspraken over het slavernijverleden. Voorzitter Linda Nooitmeer vraagt Bosma dus “te reflecteren” en “een gebaar” te maken. Als hij weigert dat te doen, zou hij een vervanger moeten sturen naar de kranslegging.