De verkiezingstijd nadert. Elke politieke partij probeert op z’n eigen manier stemmen binnen te halen. De een koopt mensen om, de ander strooit met geld naar het volk, weer een ander bedenkt hoe hij tijdens de telling kan frauderen.
De opvallendste aanpak is echter het afkraken van anderen. Het volk wordt doodgegooid met de minpunten van een ander. ‘Die ander heeft dit en dat fout gedaan en wij gaan het beter aanpakken.’ Het komt niet in ze op dat men ook met positieve uitlatingen over anderen het volk voor zich kan winnen, maar vooral respect, kan oogsten. Men gelooft echt dat men zelf beter uit de bus komt als die minpunten van die ander worden opgesomd.
Bij de vorige verkiezing heeft de VHP de trend van met modder gooien naar de ander, doorbroken. In plaats van minpunten van de ander op te sommen, hebben ze het volk een gedegen reddingsplan gepresenteerd. Het volk was verrast en wachtte wantrouwend af. Achteraf is gebleken dat het reddingsplan is waargemaakt. Bij de evaluatie over de vijf regeerjaren, kon men aangeven wat er aan projecten was gerealiseerd maar ook wat niet goed is gegaan en wat beter moet. Vooral Cedric van Samson heeft eerlijk, in menig interview gezegd dat de communicatie naar het volk beter moet.
Deze manier van politiekvoering in Suriname. is niet de juiste. Men haalt zichzelf als politieke partij, maar vooral als mens, naar beneden. Een recent voorbeeld is dat de voorzitter van de ABOP laatst op het podium luid riep dat men bezig is om negatieve gegevens over hem en Bordo te verzamelen. Zijn houding was dominant en dreigend en hij bleef alsmaar herhalen,’ ik weet ervan en ik waarschuw ze.” Dat was hem als mens en in zijn positie zeer onwaardig. Het kwam niet in hem op om de hand in eigen boezem te steken. Iemand die geen crimineel verleden heeft, dus clean is, hoeft zich geen zorgen te maken over gegevens die over hem worden verzameld. Een integer mens zou het zelfs niet eens in zijn hoofd halen om te streven naar een positie in de regering, als hij veel op zijn kerfstok heeft en dus geen voorbeeld figuur is.
Een minpunt bij politiekvoering is tokenisme. Politieke partijen kandideren een persoon uit een andere etnische groepering en zetten die in om mensen uit die groepering op deze kandidaat te laten stemmen. Achteraf gaan deze stemmen naar de politieke partij.
Ook het tijdelijk samenwerken met een andere partij met het doel te overleven is een wanhoopsdaad.
Nog een fenomeen in onze politiek is het cliëntelisme. Dat is het verlenen van diensten aan (potentiële) kiezers door een politicus tijdens diens politiek mandaat. Dit komt veelvuldig voor in instabiele democratieën. Politieke partijen mobiliseren hun aanhang door middel van patroon-cliënt-relaties. Cliënten krijgen in ruil voor hun stem allerlei privileges toegezegd. In de volksmond wordt dit ‘regelen’ genoemd.
In Suriname is er altijd patronage politiek geweest: je eigen vrienden, familie en zij die gewerkt hebben voor de partij worden ‘geregeld ’in een baan die ver boven hun niveau is, het liefst met een hoog salaris. Nepotisme was en is schering en inslag in de Surinaamse politiek. Zij die zich hieraan schuldig maken tonen geen schaamtegevoel noch geweten. Een structureel kenmerk van de Surinaamse politiek is de vijandige relatie tussen oppositie en regeringscoalitie. Dit is vaak de oorzaak dat de oppositiepartijen geen of geringe ruimte krijgen om constructief hun oppositionele taken te vervullen. Dit was op z’n ergst van 2010 tot 2020 onder de NDP-regering. Toen heeft de coalitie flink misbruik gemaakt van zijn machtspositie en de oppositie monddood en vleugellam gemaakt, met het gevolg een chaotisch beleid dat het land in een financiële crisis deed belanden.
Alle politieke partijen hebben financiën nodig. Er wordt een beroep gedaan op de meer gefortuneerde leden naast andere vormen van fondswerving. Het gevaar hiervan is dat de geldschieters achteraf eisen stellen en druk uitoefenen. Dit is een vorm van corruptie.
Ook vinden regeringsfunctionarissen het heel normaal om zich te laten benoemen in twee of drie functies om zo driemaal salaris per maand te kunnen opstrijken. Of ze alle drie functies goed zullen vervullen, schijnt niet van belang te zijn.
Ook het populisme behoort tot de soort politiek die al zo lang gevoerd wordt in Suriname. De kiezers stemmen op de persoon en niet op de visie. Mensen werken voor de partij met het doel om na de verkiezing in een functie ‘geregeld’ te worden. Vergunningen voor bouwprojecten worden vaak niet op een normale, eerlijke manier verkregen. Het gros gaat onderhands en in de begroting staat meestal het dubbele van het bedrag, dan het project kost.
Ook wordt er vaak een oog dichtgeknepen wanneer partij loyalisten en hun familieleden overtredingen begaan, kortom er is geen integer gedrag. Het beeld laat zien dat de reden om de politiek in te gaan steeds meer eigenbelang is. Als we oprecht streven naar een integer, corrupt vrij Suriname, zal er een andere wind moeten waaien in de politiek.
The seven social sins: “Politics without principles Wealth without work Pleasure without conscience Knowledge without character Commerce without morality Science without humanity Worship without sacrifice.” (Mahatma Gandhi)
Josta Vaseur