Menselijke dierentuinen in het Westen waren een kenmerk van het kolonialisme.

Ze voedden een fascinatie voor exotische landen en een groteske pseudowetenschap die zich concentreerde op de fysiologie van zogenaamde ‘wilden’. Afrikanen werden tentoongesteld in primitieve omgevingen voor het plezier van toeschouwers op handelsbeurzen en reizende shows, waardoor de overheersing van ‘mindere’ wezens door zogenaamd ‘superieure’ westerse beschavingen werd gelegitimeerd.

Een bekende ‘tentoonstelling’ was Saartjie Baartman, ook wel bekend als Sarah Bartmann. Ze was een Zuid-Afrikaanse vrouw die veel publiek trok vanwege een genetische aandoening (steatopygie), wat resulteerde in een sterk vooruitstekend achterwerk. Ze werd in 1810 naar Londen verscheept en bracht het grootste deel van haar leven tentoon. In 2002 werd haar stoffelijk overschot gerepatrieerd en begraven in Zuid-Afrika. Een andere beruchte tentoonstelling werd onthuld op de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel, België. Er waren Congolezen te zien in hun nagemaakte ‘dorp’ op de locatie.

Het bewustzijn van deze smerige, ontmenselijkende praktijk groeit langzaam. Een tentoonstelling in Parijs uit 2011 met de titel ‘Inventing the Savage’ liet zien hoe menselijke dierentuinen de basis legden voor racisme tegen Afrikanen. Het was het geesteskind van de voormalige Franse voetballer Liliane Thuram, wiens Caribische familie onder de slavernij leed. Hoewel menselijke dierentuinen niet meer bestaan, blijven de gevolgen van de kolonisatie en uitbuiting van gekleurde mensen tot op de dag van vandaag bestaan. Daarom blijven we over hen posten.

error: Kopiëren mag niet!