KOMT DE NIEUWE OAS SECRETARIS GENERAAL UIT SURINAME?

Vanaf de oprichting op 30 april 1948 heeft de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) tot heden 10 Secretarissen Generaal gekend:

TABEL 1

Lijst van Secretarissen Generaal OAS sinds oprichting in 1948

NAMEN  PERIODE  LEEFTIJD  LAND  INWONERS  
Alberto Camargo Was 2x president 1945-1946 en 1958-19621948-195442Colombia51 miljoen
Carlos Davila was president in 1932. Stierf in functie1954-195568Chili19miljoen
José Mora Carrière diplomaat1956-196859Uruguay3.4 miljoen
Galo Plaza Was president van 1948-19521968-197562Ecuador18 miljoen
Alejandro Orfila Carrière diplomaat1975-198450Argentinië46 miljoen
Joa Baena Soares Carrière diplomaat1984-199453Brazilië215 miljoen
César Gaviria Was president van 1990-19941994-200447Colombia51 miljoen
Miguel Rodrigues Was president van 1998-2002.. Trad af vanwege  corruptie in eigen landsept.2004 – okt.200464Costa Rica5.1 miljoen
Luigi Einaudi Amerikaans diplomaat die ruim 8 maanden heeft waargenomen2004-200568Verenigde Staten333 miljoen
José Insulza Was oud minister van Buitenlandse Zaken2005-201562Chili19.6 miljoen
Luis Almagro Was minister van Buitenlandse Zaken 2010-20152015- heden52Uruguay3.4 miljoen

R. Alihusain en A.del Castilho

De tabel laat zien dat in haar 76 jarig bestaan de OAS nimmer een Secretaris Generaal (SG) uit het Caribisch gebied heeft gekozen. Bijna alle SG’s zijn Spaanssprekend. Alle landen, uitgezonderd Costa Rica, liggen op het Zuid Amerikaans vasteland. Eén SG, Luigi Einaudi, afkomstig uit de Verenigde Staten nam tijdelijke waar in de functie van Secretaris Generaal.

Binnen de OAS is vermoedelijk sprake van een gentleman’s agreement of een stilzwijgende afspraak dat de post van Secretaris Generaal niet voor de Verenigde Staten en Canada bestemd is, maar wel andere belangrijke en invloedrijke landen op het Zuid Amerikaanse continent zoals Argentinië, Brazilië, Colombia, Chili, Ecuador en Uruguay, terwijl voor de post van Assistent Secretaris Generaal de kleine landen uit Midden Amerika en het Caribisch gebied kunnen meedingen.

Zonder dat de Verenigde Staten en Canada de hoogste functie van Secretaris Generaal bekleden zijn het toch deze twee landen die voor een belangrijk deel de agenda en de richting van de OAS bepalen.

Tabel 2

Lijst van Assistent Secretarissen Generaal van de OAS vanaf 1948

NamenPeriodeLand van Afkomst
William Manger1948-1958Verenigde Staten Amerika
William Sanders1958-1968Verenigde Staten Amerika
Rafael Urquia1968-1975El Salvador
Jorge Coronado1975-1980Guatemala
Val McComie1980-1990Barbados
Christopher Thomas1990-2000Trinidad & Tobago
Luigi Einaudi2000-juli 2005Verenigde Staten Amerika
Albert Ramdin2005-2015Suriname
Nestor Mendez2015-hedenBelize
   

Ik heb niet kunnen achterhalen of in de afgelopen 76 jaar een Assistent Secretaris Generaal zich verkiesbaar heeft gesteld voor de functie van Secretaris Generaal. Hoe het ook zij, geen van de Assistent Secretarissen Generaal zijn ooit gekozen tot Secretaris Generaal. Geen enkele naam van tabel 2 is te terug te vinden in tabel 1. Naar alle waarschijnlijkheid is Albert Ramdin de eerste Assistent Generaal die zich verkiesbaar stelt voor de functie van Secretaris Generaal.

De kern van de diplomatie is macht

Ondanks de hoge principes van recht en gelijkwaardigheid die staan vermeld in het Handvest van de Verenigde Naties en ook van andere internationale organisaties, bepalen macht en invloed meestal de agenda van deze organisatie (s). De VN Veiligheidsraad bestaat uit 15 leden, maar alleen de P5 (China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninrijk en de Verenigde Staten) heeft vetorecht, terwijl de 10 gekozen leden dat niet hebben.

Er is dus bij macht ook sprake van een hiërarchie, die zelfs manifest is in kleine dingen. bijvoorbeeld, wie mag als eerste spreken bij grote conferenties, wie is het meeste welkom bij de hotels en wie mag bij de fotosessie op de eerste rij staan naast de gastheer.

Voormalig premier Lee van de kleine eilandstaat, Singapore, haalde vaak een Chinese uitspraak aan “kleine landen hebben geen buitenlandsbeleid, omdat ze de gebeurtenissen niet kunnen vormgeven, maar de wereld moeten nemen zoals ze die aantreffen” en reeds 2400 jaar geleden zeiden de Griekse gezanten in hun oorlog tegen het kleine Melios “de sterken doen wat ze willen en de zwakken lijden wat ze moeten”.

In de rol die landen spelen in de mondiale politiek kan de kleinschaligheid een belangrijke, vaak nadelige factor zijn. Maar er zijn ook kleine landen die wel van betekenis zijn in de internationale geo-politiek zoals Saoedie Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Singapore met hun welvaart en hun economische macht en rijkdommen, die macht en invloed kunnen kopen.

De meeste kleine landen hebben geen diepe zakken om invloed te kopen. Sommige grote landen accepteren ook niet dat een kandidaat uit een klein land gekozen wordt om hun belangen te behartigen. Ik weet van mijn periode in Washington DC,  dat met name Brazilië niet heeft willen meewerken dat een belangrijke Interamerican Development Bank commissie voorgezeten werd door een Surinaamse deskundige. Een Braziliaanse college diplomaat zei tegen mij dat zijn land met 215 miljoen inwoners zich niet kan laten vertegenwoordigen door een persoon uit een land met slechts 600.000 inwoners.

Maar toch zou een klein land wel gekozen kunnen worden aan het hoofd van een internationale organisatie. Doorslaggevend bij een voorgedragen kandidaat zijn: internationaal aanzien; integriteit; diplomatieke vaardigheden; beheersing van meerdere talen; vastberadenheid, besluitvaardigheid en doortastendheid.

Albert Ramdin ambieerde de functie van Secretaris Generaal van de OAS al in 2015, maar werd door de regering Bouterse niet ondersteund. Ik heb niet achter de exacte redenen kunnen komen waarom de regering Bouterse, Ramdin niet heeft ondersteund. Er worden een aantal redenen genoemd, waarvan twee belangrijke zijn:

  1. In het algemeen heeft men bij internationale organisaties liever niet dat één persoon te lang in de leiding zit of deel uitmaakt van de leiding.  In het geval van Ramdin zou dat 15 of zelfs 20 jaar kunnen zijn. Bouterse en Lackin wilden hieraan niet meewerken. De vrees is dat zulk een persoon de organisatie kan gaan beschouwen als zijn eigendom.
  2. Minister Winston Lackin was zeer goed op de hoogte van de gevoelens en sentimenten in Latijns Amerika. Hij wilde de traditie van de Secretaris Generaal uit Latijns Amerika en de Assistent Secretaris Generaal uit het Caribisch gebied niet doorbreken.

Thans moeten wij aannemen dat president Santokhi de historie van de OAS grondig heeft bestudeerd en dat hij de kwalificaties van de heer Ramdin goed genoeg heeft bevonden om hem voor te dragen voor de functie van Secretaris Generaal van de OAS, de grootste internationale organisatie op het Westelijk Halfrond met een totaal van 1.03  miljard inwoners.

Tegen Albert Ramdin zeggen wij:

Godspeed

Khoda Hafiez (= May God bless and protect you)

May the heart of the Sky and Mother Earth bless you always

Rudie Alihusain

NB. Bij het schrijven van dit artikel heb ik, met veel dank, de medewerking ondervonden van mijn oud collega’s: Jetty Lachmising-Jans, voormalig stafmederwerker op het secretariaat van de OAS in Washington DC; Jane Aarland-Nanhoe, oud directeur BUZA; Natasha Halfhuid, oud ambassadeur en Rose Ann Franklin, voormalig Chef Protocol Buza en Kabinet president.

error: Kopiëren mag niet!