Repsol SA, een Spaanse oliemaatschappij, heeft toestemming gekregen van de Verenigde Staten om na 31 mei in Venezuela te blijven opereren, ondanks hernieuwde sancties van Washington. Deze vergunning werd verleend na een akkoord met het staatsbedrijf Petroleos de Venezuela SA (PdVSA), waarmee Repsol extra olievelden zal beheren. Dit zal naar verwachting de productie van Repsol in Venezuela verdubbelen tot 20.000 vaten per dag.
De hypocrisie van de VS als regionale en wereldmacht komt duidelijk naar voren in dit besluit. Ondanks jaren van sancties tegen Venezuela, lijken de Amerikaanse belangen zwaarder te wegen dan de principes van democratie en mensenrechten. De sancties werden zogezegd opgelegd om eerlijke presidentsverkiezingen in juli te waarborgen. Vorig jaar hief Washington tijdelijk de beperkingen op de Venezolaanse goud- en oliesector op, nadat de regering van president Nicolás Maduro en de oppositie in Barbados een overeenkomst hadden getekend over electorale garanties.
Het is opvallend dat de olie die door bedrijven als Exxon in Venezuela wordt geëxploiteerd, zonder veel ophef naar de VS gaat. Dit lijkt in schril contrast te staan met de dreigementen en obstakels die kleinere staten, zoals Suriname, ondervinden wanneer zij proberen samen te werken met Venezuela voor goedkopere olie. Deze dubbelhartige aanpak maakt duidelijk dat de wereld niet draait om democratie of mensenrechten, maar eerder om wie de sterkste militaire en economische macht heeft.
Kleine staten in de Caricom-regio, zoals Suriname, zouden veel kunnen besparen op hun begrotingen door goedkopere olie uit Venezuela te betrekken. De besparingen zouden vervolgens kunnen worden geïnvesteerd in andere belangrijke sectoren zoals onderwijs en gezondheidszorg. Echter, door de druk en dreigementen van grotere machten zoals de VS, blijven deze voordelen voor de kleinere staten buiten bereik.
Concluderend, de recente ontwikkelingen rond Repsol en de Amerikaanse sancties tegen Venezuela illustreren een wereld waarin geopolitieke en economische belangen vaak harder wegen dan de ethische principes die zogenaamd verdedigd worden.