In het politieke theater van Suriname toont politicoloog Ricardo dat de acteurs – lees: Assembleeleden – een voorliefde hebben voor het spelen van een wel heel bijzondere voorstelling: “Hoe zorg ik het best voor mezelf?”. Niet te verwarren met een nobel politiek streven, maar eerder een geraffineerd spel om de zakken te vullen ten koste van het volk.
Het lijkt erop dat na 40 jaar de Nationale Assemblee (DNA) nog steeds gelooft in het sprookje van eigenbelang. Een plek waar gouden handdrukken en beleidsadviseurs posities – een mooie term voor een financiële bonus voor niet-geleverde prestaties – aan de orde van de dag zijn.
Zo werd er onlangs hartstochtelijk gepleit voor een financiële uitkering voor het gewezen DNA-lid William Waidoe, wat het vermoeden bevestigt dat de DNA meer weg heeft van een goed gevulde grabbelton dan van een volksvertegenwoordiging.
Maar wat te denken van iemand die van partij naar partij hopt zoals anderen van outfit wisselen? Ricardo noemt Waidoe een professionele overloper, een titel die in de politieke modeshow van Suriname helaas geen unicum is. Toch lijkt de ironie van het lot zijn kaarten anders te schudden; zijn verzoek wordt behandeld door niemand minder dan minister Bronto Somohardjo, een topfiguur van Pertjajah Luhur, de partij die Waidoe ooit de rug toekeerde.
In deze kronieken van de Surinaamse politiek zien we dat het DNA-lidmaatschap meer weg heeft van een lucratieve baan met een wel zeer royale ontslagregeling. Ricardo stelt terecht de vraag: als deze DNA-helden zo geweldig zijn, waarom zoeken ze dan niet gewoon een baan zoals elke andere sterveling? Maar wellicht is de echte baan van een politicus in Suriname iets te vergelijken met het najagen van de wind, een taak die zelden resulteert in tastbare prestaties, behalve dan voor de windvanger zelf.