“Waar is de minister? Waar is de afgesproken vertegenwoordiging van de regering? Waar is de president of de vicepresident?” Inmiddels zijn deze vragen welhaast een norm geworden bij openbare vergaderingen in de Nationale Assemblee.
Zo ook bij de behandeling deze week van de belangrijke wetten die de financiële voorzieningen van de drie staatsmachten moeten synchroniseren: de Wet Rechtspositie Rechterlijke Macht, de Wet Geldelijke Voorzieningen President en Vicepresident van de Republiek Suriname, de Wet Geldelijke Voorzieningen Ministers en Onderministers en de Wet Geldelijke Voorzieningen leden en gewezen leden van De Nationale Assemblee.
De initiatiefwetten zijn ingediend door Asis Gajadien fractieleider van de VHP en Geneviere Jordan(ABOP/PL). De debatten afgelopen donderdag begonnen fel en over en weer werden verwijten gemaakt over vriendjespolitiek.
NDP-fractieleider Rabin Parmessar vroeg donderdag aandacht van de leiding van het parlement bij aanvang van de behandeling. Parmessar drong tijdens een punt van orde erop aan, dat minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken aanwezig moest zijn. De fractieleider gaf aan dat zijn aanwezigheid bij de behandeling van de wetten essentieel is. Hij merkte ook op, dat aan de afgesproken quota van minimaal vier ministers niet was voldaan door de regering.
De opmerkingen van Parmessar landen vaak niet goed bij de coalitie en leiden tot verwijten over en weer met de oppositie. De leiding van het parlement, vooral voorzitter Marinus Bee, moet vervolgens interveniëren en ervoor zorgen dat bewindslieden gehaald worden naar DNA. Maar, vaak worden vergaderingen hierdoor uitgesteld of vertraagd.
Opmerkelijk is ook de regelmatige en langdurige afwezigheid van president Chan Santokhi. De regeringstafel wordt bij zijn afwezigheid geleid door vicepresident Ronnie Brunswijk. In zijn afwezigheid worden ‘coordinator-ministers’ aangesteld, voornamelijk VHP-bewindslieden.