In de wereld van nu is er veel oorlog en geweld. Het geroep om vrede weerklinkt aan alle kanten. De een roept om vrede omdat hij uit principe tegen geweld is en de ander stelt zich partijdig op en pleit voor vrede voor een bepaald land.
Wat opvalt is de toenemende bemoeizucht. Vroeger zag men slechts de gebeurtenissen in eigen land, maar door sociale media kijkt men nu niet alleen verder over de grenzen, maar gaat men zich ook met de situatie in andere landen bemoeien. Dat is gevaarlijk daar een buitenstaander nooit de echte situatie kan kennen.
Aan de ene kant kan de bemoeienis gezien worden als empathie, met medemensen die lijden, maar aan de andere kant kan de bemoeienis een oordelen en veroordelen zijn over een situatie die men slechts oppervlakkig ziet en hoort via de media. En dit laatste kan spanningen, discriminatie en een onveilig gevoel in de hand werken. Demonstranten gaan zelfs zo ver dat ze eisen dat de politiek in hun land zich met de situatie in een ander land moet bemoeien, stelling moet nemen en partij kiezen.
Mensen die hun land zijn uit gevlucht gaan ervan uit dat ze het recht hebben om hun geschillen in een gastland uit te vechten en hevelen zo hun strijd naar het gastland. Het gevecht verspreidt zich dan als een inktvlek. Het gastland zit dan met de gevolgen.
Een recent voorbeeld is de oorlog tussen Israël en de Palestijnen, die wordt niet alleen uitgevochten in Gaza, maar ook in verschillende landen in Europa. Recent bestormden, bezetten en vernielden aanhangers van deze twee groepen in Nederland de universiteit. Straatstenen werden eruit gerukt om elkaar mee te bekogelen, barricades werden opgeworpen, kortom het was een en al geschreeuw, destructie en geweld. De schade loopt in de miljoenen. Geen enkel gastland zou dit moeten tolereren. Achteraf nemen de relschoppers ook geen verantwoordelijkheid voor de aangerichte schade.
Voor een rustige protestmars zou iedereen nog begrip kunnen opbrengen, maar geweld en vernielingen zijn onacceptabel. Achteraf heeft men nog het lef om het politieoptreden af te keuren. Als de politie niet meer mag optreden, zal het land vervallen in wetteloosheid.
Mensen die eerst genoegen namen met een vinger zijn steeds meer uit op de hele hand. Studenten die colleges willen volgen, kunnen dat niet omdat het gebouw bezet en vernield is. De herrieschoppers houden geen rekening met de behoeften van anderen. Men is zich zelfs gaan bemoeien met het Eurovisie songfestival en heeft van een muzikaal festijn, waar velen van genieten, een slagveld gemaakt.
Ook wordt er met twee maten gemeten. Het geweld veraf wordt afgekeurd, maar dichtbij huis vindt men het heel normaal om met stenen en vuurwerk te gooien, elkaar te verwonden en vernielingen aan te richten.
Mensen hebben de mond vol over vrede, maar bedoelen eigenlijk meer ’ik wil mijn zin hebben, desnoods door geweld te gebruiken.’ Geen enkele vorm van geweld kan ooit worden verontschuldigd in een samenleving die zich fatsoenlijk wil noemen. Bovendien ondanks tijdelijke overwinningen, brengt geweld nooit permanente vrede.
Martin Luther King en Nelson Mandela hebben laten zien dat er met geweldloos strijden ook vrede kan worden bereikt. De mens van nu kiest voor dwang en geweld en dit slechte voorbeeld wordt aan de jeugd doorgegeven. Daarom moeten we niet verbaasd zijn dat niemand meer weet wat vrede is.
“Hate multiplies hate, violence multiplies violence and toughness multiplies toughness in a descending spiral of destruction.” (Martin Luther King, Jr.)
Josta Vaseur