Enige tijd geleden heeft het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) een rechtshulpverzoek gericht aan Suriname om in de strafzaak tegen de van drugshandel verdachte Piet Wortel en een in die zaak verdwenen hoeveelheid goud, vicepresident Ronnie Brunswijk te horen als getuige. Zo krampachtig zwijgzaam het Surinaamse Openbaar Ministerie en minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie over dit rechtshulpverzoek zijn, zo open zijn daarentegen Brunswijk en het Nederlandse OM.
De partij goud in kwestie zou een waarde hebben van zo’n 6 miljoen euro en lag in de villa van Wortel in Suriname. Dat Wortel voor miljoenen aan goud bezat, zou onder meer blijken uit foto’s. In mei 2022 en mei 2023 vielen agenten van het Korps Politie Suriname tevergeefs binnen in de villa, in de hoop het goud te vinden. Volgens het Openbaar Ministerie werd het goud echter een dag van tevoren uit de villa gehaald, nadat Wortel zou zijn getipt over de inval. De Nederlandse Justitie meent dat er sprake was van een lek bij de Surinaamse autoriteiten.
“Laten ze hier komen en zeggen wat ik ze moet zeggen”
Brunswijk heeft eerder in een verklaring op papier en in bijzijn van een notaris, toegegeven, dat de partij goud van hem is. De partij goud kwam naar voren in de lopende zaak in Nederland tegen Wortel. In november vorig jaar zei Brunswijk nog, dat indien Nederland hem wenst te horen, zij dan een rechtshulpverzoek moet indienen en dat is dus gebeurd. “Laten ze hier komen en laat me ze zeggen wat ik ze moet zeggen.”
“Alle rechtshulpverzoeken heb ik afgewerkt”
Minister Amoksi heeft onlangs, op 24 april, op een persconferentie na de Regeringsraad vergadering bevestigd het rechtshulpverzoek uit Nederland te hebben ontvangen. “Maar, het is geen cultuur in Suriname dat rechtshulpverzoeken die gestuurd worden, zo openlijk worden gecommuniceerd”, sprak de minister. “Ik krijg rechtshulpverzoeken, ik handel ze af en ik stuur ze terug. Wat ik wel kan aangeven is, dat ik op dit moment alle rechtshulpverzoeken die zijn ingediend door het Openbaar Ministerie, heb afgewerkt. Als Nederland, tenminste het ministerie van Justitie en Veiligheid, openheid wil geven over rechtshulpverzoeken die ze in behandeling hebben gestuurd naar Suriname, dan kunnen zij dat bekendmaken. Maar dat is een relatie tussen het Openbaar Ministerie Suriname en het Openbaar Ministerie Nederland. Dus ik ga geen bekendmaking doen over welke rechtshulpverzoeken ik allemaal binnenkrijg”, benadrukte Amoksi.
Pro forma zitting 26 juni
Het Openbaar Ministerie in Nederland verstrekt wel enige openheid van zaken over de stand van zaken rond het rechtshulpverzoek. “Het gaat hier om een rechtshulpverzoek van de rechter-commissaris (red. bij de rechtbank te Rotterdam). Een reactie vanuit Suriname is nog niet bekend geworden. De eerstvolgende zitting in deze zaak is op 16 juli aanstaande. Ik verwacht dan meer duidelijkheid.” “Maar, er blijkt al op 26 juni een pro forma zitting in deze zaak te zijn. Ik verwacht dat het rechtshulpverzoek dan wordt besproken”, zo laat Wim de Bruin Persvoorlichter bij het Openbaar Ministerie, Landelijk Parket, de redactie van Dagblad Suriname weten.
PK