De huidige coalitie staat voor een dilemma: doorgaan met de controversiële verhogingen van de energietarieven of deze terugdraaien. Dit scenario echoot de gebeurtenissen van 2016 toen soortgelijke maatregelen op advies van het IMF tot brede maatschappelijke onrust leidden. Opvallend is dat veel van de huidige coalitiepartijen, waaronder de VHP die nu regeringsmacht bezit, destijds tegen deze verhogingen protesteerden.
De situatie illustreert een scherpe discrepantie tussen het beleid als oppositie versus dat in de regering.
De regering van president Santokhi lijkt vastberaden vast te blijven houden aan het IMF-programma, ondanks breed gedragen bezwaren tegen de energieprijsverhoging en zelfs een negatief advies van de Staatsraad.
Dit brengt herinneringen naar boven aan voormalig president Bouterse die uiteindelijk koos voor het afwijzen van het IMF-traject, in tegenstelling tot de huidige overheid die lijkt te kiezen voor ‘land’s redding’ boven ‘politieke zelfmoord’.
Ondanks positieve signalen zoals een daling in de inflatie, merkt de samenleving weinig van deze economische ‘verbeteringen’, mede door andere externe kostenverhogingen. Hiermee bevindt de regering zich op een slap koord tussen het voldoen aan internationale financiële verplichtingen en het handhaven van binnenlandse steun en vertrouwen. De vraag blijft of de huidige maatregelen zullen leiden tot het beoogde economische herstel of dat ze juist de kiem leggen voor politieke instabiliteit.