Koopkracht bevolking ernstig geërodeerd
De koopkracht bij de bevolking is in de afgelopen vier jaar ernstig geërodeerd. De cumulatieve inflatie, dat is de inflatie op inflatie, is boven de 400 procent. De verschillende bijstellingen van de koopkracht zijn niet in staat gebleken de gestegen kosten van levensonderhoud te compenseren. Hoewel de inflatie minder hard stijgt, is er nog steeds sprake van inflatie. De inflatie blijft dus invreten op de reële lonen van de bevolking.
In het onlangs aan president Santokhi gericht schrijven heeft de gezamenlijke vakbeweging onder aanvoering van de Progressieve Vakcentrale C-47 de belangrijkste oorzaken van de inflatie genoemd, waaronder de ontwikkeling van de wisselkoers. Ondanks de neerwaartse daling van de wisselkoers is er geen sprake van daling van de prijzen van producten. Andere belangrijke oorzaken van de inflatie zijn de kostenverhogende maatregelen zoals de BTW, stijging van de prijs van nutsvoorzieningen die elk op zich weer hun doorwerkingseffect hebben op de prijzen van goederen en diensten.
Inflatie
In 2020 bedroeg de inflatie 60,8 procent, in 2021 60,7 procent, in 2022 54,6 procent en vorig jaar 32,6 procent. Wanneer de inflatie eind dit jaar, zoals naar verwachting, rond de 16 procent zal uitkomen, dan zal de gecumuleerde inflatie in de afgelopen vijf jaar op rond de 500 procent komen te liggen.
Geen enkele loontrekker in het land is in de afgelopen vier jaar via lonen door hun werkgever volledig gecompenseerd voor het koopkrachtverlies. De compensatie via lonen is in de afgelopen vier jaar bij elkaar opgeteld nog geen 150 procent geweest. Loontrekkers. waarvan hun salarissen geïndexeerd zijn, hebben uiteraard geen of minder last van de eroderende koopkracht. Bedrijven die geindexeerde lonen voor hun werknemers hebben, zijn echter op de vingers van een hand te tellen.
De rek is echt eruit
In kringen rond de vakbeweging zit men letterlijk met de handen in het haar als het gaat om de positie van de koopkracht van de werkende klasse oftewel de bevolking. Dat grote delen van de vakbeweging vakbondsacties voeren, is volgens hen niet omdat men onrust in de samenleving wil. De recente verhoging van de stroomtarieven, en die welke de komende maanden nog zullen volgen, zijn voor de werkende klasse echt niet te dragen. Meer dan de helft van het inkomen van een gemiddeld huishouden gaat naar vaste lasten zoals stroom, water, telefoon, internet, gas en brandstof voor de auto. Het gezin moet dan nog onderhouden worden.
Voor de vakbeweging in het land is dit het decor van de onderhandelingen met de regering de komende dagen bij het zoeken naar oplossingen gericht op verbetering van de koopkrachtpositie van de “wroko man”. Makkelijk zal het niet zijn, maar van de regering verwacht men wel meer empathie voor de ondraaglijke situatie waaronder de bevolking gebukt gaat. Triomfantelijk roepen hoe goed de macro-economische cijfers zijn verbeterd en dat daarmee het land is gered, leggen geen zoden aan de dijk voor de bevolking en in het bijzonder de “wroko man”.
SS