We hebben gisteren de viering van 1 mei, de Dag van de Arbeid(ers), gehad en dan is het traditie dat politieke partijen in de pen klimmen om aan de doelgroep hun sympathie te betuigen. We zullen vandaag even door enkele van de boodschappen die halverwege de dag al gepubliceerd zijn, nagaan ten eerste wat aan verworvenheden voor de werkende klasse men in de boodschappen heeft kunnen vervatten. Ten tweede zullen we nagaan hoe men tegen de huidige situatie aankijkt. Heel belangrijk is dan ten derde of men een soort toekomstvisie met concrete maatregelen of toekomstige maatregelen als men aan de macht komt, kan presenteren aan de werkende klasse. Steeds zullen we dan concluderen of de boodschap de toets van de kritiek heeft doorstaan oftewel of het gewoon ‘lip service’ is geweest, dus voor de vorm.
De grootste coalitiepartij heeft in haar boodschap niet veel te melden met betrekking tot verworvenheden wat betreft de positie arbeiders vanuit de partij. De partij noemt alleen “gesprekken gevoerd met de verschillende vakbonden om te geraken tot positieverbetering van de werkers”. Op zich is dat geen resultaat. De belastingschijven zijn reeds verschillende keren verruimd en is het minimumuurloon is vanaf 1 april 2024 opgetrokken naar SRD 49.12. Er is regelmatig koopkrachtversterking gegeven. De tweede maatregel is iets dat elke jaar zal gebeuren na inflatie. Belastingschijven verschuiven en koopkrachtversterking kunnen het resultaat zijn van een eigen falen van de partij en de regering structureel, omdat men aan de basis van de economie niet veel heeft gedaan. Schadebeperking is op zich geen verworvenheid maar een maatregel waarvan men de noodzaak zelf schept door mogelijk ondeskundig en wanbestuur.
Wat betreft de positie, vindt de partij dat de koopkracht is afgenomen. Ook vindt de partij dat er nog te veel discriminatie is tegenover werkers en werkzoekenden. Ze haalt aan loondiscriminatie en overige vormen van discriminatie. Maatregelen om deze aan te pakken noemt de partij niet. De partij vindt dat door de koers de situatie straks vanzelf beter wordt voor de werkers. Het verhaal van de grootste coalitiepartij is snel en uit het hoofd in elkaar gezet en is weinig overtuigend, wat een gemiste kans is. Waarschijnlijk weet de partij zelfs niet wat in regeringsverband met medewerking van de partij wel voor de werkende klasse in deze periode is gerealiseerd en dat is wel een zonde.
De NPS, die ook vaak in regeringen heeft gezeten en ook nu weer voor enkele beginjaren, heeft alleen te melden dat ze eens in 1969 het Algemeen Verbond van Vakbewegingen in Suriname (AVVS) ‘de Moederbond’ hielp oprichten. De partij noemt enkele verworvenheden van vakbonden, niet van regeringszijde waar ze aan meewerkte. De partij geeft aan dat door de economische situatie het niet goed gaat. De NPS verzuimt wel om te melden welke concrete voorstellen ze hebben gedaan om de situatie van de werkenden te verbeteren. Die zijn dus niet gedaan vanuit de partijvoorzitter en de DNA-leden.
Voor de toekomst heeft de NPS niks te melden. De boodschap waaraan zeer waarschijnlijk het DNA-lid P. Etnel heeft gewerkt, gelet op het taalgebruik, is zeer zwak en niet overtuigend. De positie van de arbeiders is ook voor de NPS niet belangrijk nu.
De boodschap van de NDP kijkt helemaal niet terug naar haar verworvenheden voor de werkende klasse, voor zover die er zouden zijn. Men is zich dus kennelijk niet bewust of onwetend of het kan dat de partij totaal geen bijdrage had te leveren. Er volgt wel een hele waslijst aan zaken die niet goed gaan nu zoals niet productieve werkgelegenheid (aanwas van duizenden ambtenaren in de afgelopen 4 jaren), productiesectoren kapot maken, werkloosheid jongeren, slechte vertegenwoordiging van de werkenden door de traditionele vakbeweging en armoede onder de werkers, nepotisme en niet effectieve presidentiële commissies. Toekomstplannen voor de werkende klasse heeft de NDP ook niet. Ook dit is een snel in elkaar gezet stuk door een iets ouder DNA-lid dat heel vaak doet alsof hij boos is maar waarvan gewoon achteraf blijkt dat hij een show aan het opvoeren is.
In de boodschap van de PRO, een nieuwe partij zonder regeringsverantwoordelijkheid, is voor een groot deel een klaagzang van wat sociaal-economisch niet goed gaat in het land. Specifieke plannen speciaal gericht op de werkende klasse heeft de partij niet los van algemene aanbevelingen aan de regering. De PRO is geen partij met een visie voor de arbeiders. Het zijn dit soort momenten waarop nieuwe partijen zich moeten onderscheiden, maar het is alleen maar algemeen gepraat, wat iedere man van de straat in Suriname wel kan.
Zo zien we dus weer dat het voor kiezers straks heel moeilijk wordt. Sommige kiezers die lang genoeg hebben geleefd, die beweren dat noch de oude noch de nieuwe partijen tot het alternatief behoren, omdat ze allemaal hun kunnen hebben getoond. Maar, in het midden is er een woestijn met een woest klimaat waar het niet regent, dus is er sprake van politieke armoede. In elk geval kunnen de werkers zelf lezen hoever onze partijen staan wanneer het gaat om het verdedigen van hun belangen. Het is voor hen een beetje uitzichtloos, ook met een gecorrumpeerde en uitgebluste vakbeweging. Wat er daarna gebeurt kan men terugvinden in de wereldgeschiedenis die nog geschreven wordt.