Na de paasvakantie is het weer hetzelfde liedje met het onderwijsproces in het binnenland van Suriname. Het binnenland van Suriname is op het vlak van onderwijs een achtergestelde regio. Daarom vraagt het onderwijs in het binnenland om bijzondere aandacht. De afgelopen 50 jaren heeft dit onderwijs te kampen met enkele specifieke problemen, zoals: een tekort aan leerkrachten (die liever in het kustgebied werken), duur vervoer van leerkrachten van en naar de hoofdstad, gebrekkige infrastructuur, tekort aan leermiddelen, onvoldoende begeleiding, inspectie en de taalproblemen (de groepen in het binnenland spreken vaak geen nederlands, de taal van het onderwijs).
Deze problemen spelen al zo lang en het is vreemd dat er nimmer een duurzame oplossing kan worden gevonden voor deze problemen, want wat men doet zijn ad hoc maatregelen treffen die de gewenste resultaten niet opleveren.
Een van de problemen waarvoor men geen duurzame oplossing wil is het vervoeren van de leerkrachten naar hun standplaatsen in het binnenland. Dit is een probleem dat zich na elke schoolvakantie voordoet. De vervoerders weigeren om leerkrachten te vervoeren omdat ze niet uitbetaald zijn. De vraag is wat doet men op het ministerie van Onderwijs? Houdt men zich wel degelijk bezig met het onderwijsgebeuren in het binnenland? Hoe kan het gebeuren dat na elke schoolvakantie dit probleem zich voordoet? Leert men niet uit hun fouten? Of is er geen sprake van beleid als het gaat om het onderwijs in het binnenland? Het lijkt meer hierop en politieke onwil.
Het is ook ontzettend vreemd dat een bekende politieke partij nu naar plaatsen in het binnenland gaat om lezingen te houden over de ontwikkeling van hun gebieden terwijl deze partij de meeste ministers heeft geleverd voor het ministerie van Onderwijs en in feite verantwoordelijk kan worden gesteld voor het onderwijs debacle in het binnenland. Recentelijk was ook iemand van die partij minister op het ministerie en met een zogenaamde vernieuwing kwam die voor meer chaos in het onderwijsproces in het binnenland heeft gezorgd. Hoe wil je praten over ontwikkeling in gebieden als het onderwijs zeer slecht is.
Ook de huidige minister gaat niet schotvrij, blijkbaar weet hij niet waar te beginnen om de onderwijsproblemen aan te pakken in het binnenland.
De vicepresident, die ook kind is van het binnenland (is haast ook elke week in het binnenland) en de bevoegdheid heeft om de minister uitleg te vragen is waarschijnlijk niet bekend met het probleem. “Hij is immers nooit op de hoogte van problemen”.
Dna lid Remi Kanape (BEP)