Wanneer de criminaliteit in een kleinschalige volwaardige samenleving toeneemt en de regering kan die ontwikkeling niet remmen, dan is de meest logische en plausibele conclusie dat de politie direct of indirect betrokken en verantwoordelijk is. Suriname is een kleine samenleving. Een groot deel van de bevolking woont op een klein lapje land in Paramaribo, Wanica en Commewijne. In dit gebied kent iedereen elkaar, ook de politie die afkomstig is uit de Surinaamse gemeenschappen.
De laatste tijd is de rekrutering van de politie ook veel uit de buurten waar vaak auto’s worden gevonden waarmee criminele handelingen worden gepleegd. Wanneer we het hier hebben over de criminaliteit, dan verwijzen we naar de criminele handelingen waarvan de bevolking van Surinaamse last heeft in de eerste plaats. Dan hebben we het voornamelijk over de roofovervallen, met mishandeling en heel vaak met een moord en ook nog inbraken en diefstallen. In het maatschappelijk debat is een bepaalde groep mensen niet bereid om het kind bij de naam te noemen. Deze vorm van criminaliteit heeft als daders personen uit bepaalde sociale groepen, precies zoals alcoholmisbruik en suïcide meer of overwegend in bepaalde sociale groepen voorkomen. Het is geen schande om dat vast te stellen, het is het begin van het werken naar gerichte oplossingen.
Wanneer gesproken wordt over de criminaliteit als berovingen en roofmoorden, dan zijn er personen die zich direct aangesproken voelen, waarschijnlijk omdat ergens mensen aan wie ze gerelateerd zijn, de daders zijn. Deze mensen verwijzen naar een andere vorm van criminaliteit, die ook erg is, maar die geen directe bedreiging vormt bij burgers in hun huis. Zij gaan er nog niet aan dood. Die verwijzing is dan vaak naar de drugssmokkel, waarbij naar verluidt, zo wordt beweerd, mensen uit bepaalde sociale lagen betrokken zijn, en dat zou wel kunnen. Echter, wanneer we praten over de criminaliteit waaraan wij dood gaan of zware mishandelingen aan overhouden, zelfs bejaarden, dan gaat het niet om de drugssmokkel via Suriname, maar om de roofovervallen, roofmoorden en inbraken.
Die discussie moet zuiver worden gevoerd. De statistieken moeten worden zuiver worden nagegaan en dan gaat blijken dat de daders overwegend uit bepaalde sociale lagen komen die vanuit hun overtuiging de gewoonte en zelfs de plicht hebben om door een spaarzaam leven te bezitten en na te laten aan het nageslacht. Het zal ook blijken dat de daders ook overwegend uit bepaalde sociale lagen komen. Deze ontwikkeling houdt al decennialang een bepaald vooroordeel in stand en dat voedt discriminatie van bepaalde bevolkingsgroepen.
Er zijn veel burgers en ondernemers die getraumatiseerd zijn door roofovervallen die ze hebben overleefd. Sommigen gaan getekend door deze roofovervallen, soms met een lichamelijke of geestelijke beperking, door het leven. De roofmoorden moeten sociaal en historisch goed worden onderzocht en het houdt bevolkingsgroepen in Suriname gescheiden. Het is een obstakel voor de natievorming. Deze vorm van criminaliteit is veroorzaakt door de regeringen van 20 en 30 jaar terug die een deel van de jonge bevolking vroeg heeft laten afzwaaien van de schoolbanken. Deze burgers die roven kunnen geen levensonderhoud erop na houden door te werken, omdat ze cultureel op een bepaalde manier konden worden beïnvloed en of omdat ze onvoldoende scholing hebben om kans te maken op de Surinaamse arbeidsmarkt.
Wat de politici 20 tot 30 jaar hebben gezaaid door een groep kinderen in het onderwijs te verwaarlozen en hen te laten blijven zitten, wordt nu door de burgerij geoogst. Hetzelfde zijn we nu aan het zaaien en over enkele decennia is de volgende generatie aan de beurt.
Suriname is kortom een kleine samenleving in de kustvlakte, maar het binnenland waarvan wordt beweerd dat criminelen vaak ernaar toe vluchten, is niet meer zo groot als vroeger. Het personenverkeer tussen de ‘stad’ en het binnenland is nooit zo groot als nu. Ook door social media zijn de afstanden heel klein geworden. Er zijn nauwelijks jongeren in het binnenland die uitsluitend in het binnenland woonachtig zijn. Verder zijn er in Paramaribo getto’s waar een bepaalde gewelddadige cultuur heerst. De Surinaamse regering is nooit en te nimmer in dialoog gegaan met de jongeren en de ouderen van deze buurten. Er worden zo af en toe symbolische programma’s uitgevoerd door personen vanuit de elite in Paramaribo, maar dat doen de mensen puur om hun stichtingen actief te houden en de donaties vanuit het buitenland te ontvangen, waarvan een deel wordt besteed aan het runnen van de stichtingen en het betalen van lonen.
De politie kan door het personenverkeer ook onmogelijk zeggen dat ze niet weten waar de criminele haarden zijn in Suriname. We vinden het interessant dat de vp zogenaamd de jongeren heeft gewaarschuwd en dat zij nu wel zullen worden aangepakt. Betekent dat, dat de vp weet waar de criminelen zitten? Betekent het. dat hij al die tijd voor behoud van zijn populariteit, voor deze criminelen door de vingers heeft gekeken? Betekent het dat misschien de vp de ontwikkeling die nu te merken is, gebruikt om de populariteit van het staatshoofd verder te verzwakken? Het is ook opvallend dat telkens als de vp dit soort aanmaningen het veld in stuurt, de criminaliteit juist toeneemt. Er zijn nu berovingen aan de orde van de dag. Dat gebeurt nu vooral in Wanica, het bolwerk van de VHP.
Er zijn personen op social media die openlijk aangeven dat ze een rover zijn. We zien ook dat bij de rekrutering van de politie recentelijk, het erop lijkt alsof alleen dames en heren uit de jongerenvereniging van ABOP en NPS mochten solliciteren. De huidige nieuwe lichting die ook op straat oefeningen doet is geen weerspiegeling van de Surinaamse samenleving, het is een weerspiegeling van de jongeren van ABOP en enigszins de NPS.
Al deze zaken doen ons concluderen, dat de criminaliteit in Suriname welig tiert met medewerking van de regering en meer direct de politie.