Als exporteur stond ik zeer sceptisch tegenover de recente verhogingen van het minimum uurtarief van 35 SRD naar 50 SRD, naast de kostenstijgingen van gas, elektriciteit, water en benzine. Deze beslissingen komen op een moment dat de wisselkoers van de USD van 40 naar 34 SRD is gedaald, wat een directe impact heeft op mijn bedrijfsvoering. Door deze ontwikkelingen zie ik de winstmarges slinken en sta ik voor moeilijke beslissingen die mogelijk tot ontslagen kunnen leiden. Dit kan op zijn beurt leiden tot sociale onrust en een overbelasting van overheidsdiensten.
De lagere wereldmarktprijzen voor onze exportproducten, die al een jaar aanhouden, gecombineerd met de extra financiële lasten, vormen een ernstige bedreiging voor de levensvatbaarheid van bedrijven zoals de mijne. Het is verontrustend dat er vanuit belangenorganisaties zoals de VSB weinig tot geen actie of protest gehoord wordt tegen deze maatregelen.
Er wordt beweerd dat de daling van de wisselkoers los staat van macro-economische principes en meer te maken heeft met een daling van de import door afgenomen koopkracht, waardoor de druk op de USD is afgenomen. Echter, de angst blijft bestaan dat wanneer het effect van de Overmakingen van Migratie-Operaties (OMO) ophoudt en de uitgegeven miljoenen met gratis rente terug op de markt komen, dit ernstige gevolgen zal hebben.
In deze onzekere tijden is het cruciaal voor belangenorganisaties en de overheid om in te grijpen en strategieën te bedenken om zowel bedrijven als de economie te ondersteunen, voordat de effecten onomkeerbaar worden.
Asis Kh.