Door een aantal verenigingen van bedrijven en organisaties is enkele dagen terug de mededeling gedaan, dat ze bezig zijn een nieuwe vakcentrale op te richten. Een vakcentrale is een samenbundeling van bedrijfsvakbonden. In Suriname worden vakbonden opgericht in bedrijven. Enkele bedrijven hebben een vakbond en die zijn dan in groepen aangesloten bij een vereniging die een vakcentrale wordt genoemd. Meestal hebben bedrijven die uit dezelfde sector komen de neiging om zich aan te sluiten bij een bepaalde centrale. Zo ontstaat er dan een zekere expertise in deze vakcentrales die gericht zijn op bepaalde sectoren.
In Suriname zijn over het algemeen de werknemers van de grotere bedrijven gebundeld in vakbonden. Personen hebben het de moeite waard gevonden om de arbeiders in deze bedrijven te bundelen. Dat is gebeurd terwijl de noodzaak in andere sectoren misschien groter is. De sectoren waar de arbeiders decennialang aankijken tegen slechte werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, worden niet gebundeld, vakbondsleiders in Suriname zetten zich daarvoor niet in.
Het spectrum in Suriname is op een gegeven moment 3 decennia terug en daarvoor gevormd en opkomende vakbondsleiders hebben de breedte van het veld proberen aan te houden. Er heeft zich geen uitbreiding voorgedaan naar andere sectoren of verder in de al georganiseerde sectoren.
We hebben hier eerder aangegeven dat exponenten uit de vakbeweging meer geïnteresseerd lijken te zijn in de goed betalende bedrijven. Een verklaring daarvoor kan zijn dat het voordeliger is om een vertegenwoordiger van een arbeidersbond in een goed betalend bedrijf te hebben. In de eerste plaats kunnen bedrijven in ruil voor de rust in de tent, goede faciliteiten verlenen aan de leden van de bond. Daardoor wordt het mogelijk om bijvoorbeeld een dure auto te rijden en gratis te tanken. Wat ook speelt is de akkoordbonus die betaald zou worden door bedrijven aan de raadsleden van de bond die hebben onderhandeld voor het ondertekenen van het collectief akkoord. Het is bekend dat deze akkoordbonus gegeven wordt als een bedrag aan de totale raad of bestuur van de bond. Deze moeten dan het bedrag onderling verdelen. Veelal ontstaat er dan ontevredenheid onder de raadsleden, want dan wil men de regel van gelijke behandeling gaan gebruiken. Dat betekent dat degenen die actief getrokken hebben en de echte onderhandelingen hebben gevoerd, gelijk betaald moeten worden als de bestuursleden die puur voor het vullen van de stoelen of symbolisch voor de kwaliteit steeds aanwezig zijn.
In elk geval is het een interessante ontwikkeling dat er een nieuwe centrale van arbeidersbonden in Suriname wordt georganiseerd. Het zou handig zijn als deze vereniging ook rechtspersoonlijkheid krijgt, ondanks dat de leden op de eerste plaats geen natuurlijke personen zijn, maar rechtspersonen. Verenigingen hebben natuurlijke personen als leden, en daarna komt het proces van de rechtspersoonlijkheid. Het is mogelijk dat de leden van de verschillende arbeidersbonden met gelimiteerde rechten massaal lid worden van de vakcentrale. In de statuten moet dan voorkomen dat leden geen lid meer zijn als de arbeidersbond waar ze lid zijn, niet meer bij de vakcentrale is aangesloten. Het lidmaatschap bij de vakcentrale leidt dan tot een dubbele lidmaatschap en wij dachten dat arbeiders wel lid mogen zijn van meerdere verenigingen vooral als ze gelijke doelen hebben. Zo’n vakcentrale krijgt dan contributie uit de contributie die door de leden aan de arbeidersbond wordt betaald, bijvoorbeeld 5%. Alles staat en valt met de manier waarop de statuten van de organisatie is ingericht.
Belangrijk is om na te gaan wat de reden is van het oprichten van nog een vakcentrale. Suriname heeft op dit moment een aantal centrales die erkend zijn ook door de regering. De grootste is de Centrale van Landsdienaren Organisaties (CLO) en de nieuwste is de COL (Confederatie van Organisaties van Landsdienaren). Echt nieuwe vakbonden worden in Suriname niet opgericht, omdat er een behoorlijke vrees is voor rancune vanuit de bedrijven of organisaties waar men werkt.
Het Onderwijzers Syndicaat lijkt wel op een nieuwe bond, maar het is niet op de traditionele manier georganiseerd per organisatie. De leden lopen dwars door verschillende organisaties in de onderwijssector waar wel per ‘bedrijf’ georganiseerde vakbonden voorkomen. Het syndicaat moet nog vaste vorm krijgen, maar zal zich meer kunnen profileren als een beweging dan als een arbeidersbond die onderhandelt over arbeidersakkoorden. Het syndicaat is ontstaan uit wantrouwen ontstaan naar de leiders van onderwijsbonden waaronder de BvL Er schijnt sprake te zijn van een belangenverstrengeling waar een leider zowel een politieke- als een vakbondspet op heeft. We weten dat de politieke pet, bij conflicterende belangen, altijd de boventoon voert. Leden twijfelen om zulke leiders af te zetten, omdat ze ergens toch hopen dat de politieke connecties zullen resulteren in voordelen voor de hele groep. Heel vaak blijft dat voordeel uit.
Nu hebben de trekkers van de op te richten nieuwe vakcentrale dezelfde motieven: er is een wantrouwen naar de bestaande vakcentrales. De leiders zouden te lang op de stoel zitten en daardoor een bepaalde band hebben opgebouwd met de Surinaamse regering. Daardoor zou hun houding naar hun eigen vrienden te mild zijn. Het oprichten van een nieuwe vakcentrale betekent ook dat intern binnen de bestaande vakcentrales er geen democratische dynamiek is waarlangs men vernieuwing kan brengen. Intern kan of wil men niets veranderen, en komt er een nieuwe vakcentrale.
Dat zien we ook in de politieke partijen van Suriname, de interne democratie is op een heel laag peil, Surinamers willen in deze organisaties geen ruzies riskeren. Een nieuwe vakcentrale oprichten is een ding, en een plaats krijgen aan de onderhandelingstafel met de regering is een andere. Zo merken we dat de COL niet als volwaardige vakcentrale wordt erkend. Deze processen gaan niet vanzelf. De nieuwe vakcentrale in oprichting zegt een aantal bonden van de bestaande te zullen ‘afsnoepen’. Betekent dat deze vakcentrales in zwaarte zullen afnemen?
De vakcentrales in een soort overkoepelende raad. Of COL en de nieuwe vakcentrale hierin zijn of zullen worden opgenomen is een vraag. De spelregels van deze raad zijn niet geheel bekend en duidelijk. Digitaal is deze raad in dit ICT-tijdperk nergens op te sporen.