Suriname kent geen beleid rond verwerking asbestafval

Al vele jaren belandt asbestafval een paar meter onder de grond op Ornamibo

Al jaar en dag – zeker sinds 2012 – wordt in Suriname asbestafval – asbesthoudende dakplaten en mogelijk ook asbesthoudende waterleidingbuizen – een paar meter onder de grond begraven op de bekende vuilstort Ornamibo. ‘Er is op de stortplaats te Ornamibo inderdaad een locatie waar asbest wordt opgeslagen. Deze locatie is in de tijd samen met het NIMOS (Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname) aangewezen en is ook met GPS-coördinaten vastgelegd. Het is ook de enige plaats in Suriname waar asbestafval wordt begraven’, zei in juni 2012 Steven Codrington, destijds waarnemend hoofd van de afdeling Vuilophaal en Verwerking binnen het ministerie van Openbare Werken, tegen de schrijver dezes.

Begraven onder de grond niet zonder risico

Asbest is op zich niet gevaarlijk voor de volksgezondheid, mits het maar niet uit elkaar wordt getrokken of gescheurd. Wanneer asbest kapot wordt getrokken komen kleine stofdeeltjes, vezels, vrij die kankerbevorderend zijn. Bij de verwijdering, opslag en verwerking van bijvoorbeeld oude asbestdakplaten dient voorkomen te worden dat de platen beschadigd raken.  Het een paar meter onder de grond begraven van asbestafval lijkt risicovol. Bij branden op de vuilstort – en dat gebeurt nog weleens – wordt onder andere gebruikgemaakt van ‘shovels’ die zand afgraven om daarmee een brand te bedwingen. 

Codrington verzekerde echter in juni 2012, dat er geen enkel risico bestaat dat in een dergelijke situatie een shovel begraven asbestafval kapot zou kunnen trekken. ‘De locatie waar asbestdakplaten worden begraven is afzonderlijk van de locatie waar het dagelijks huishoudelijk afval wordt verwerkt. Er rijdt dus geen machine over de locatie waar de platen worden geplaatst.’Maar, wordt met het begraven van dit afval niet een probleem naar de toekomst verschoven? ‘Neen, het is geenszins de bedoeling dat het voor eeuwig zo blijft, maar dat na de herinrichting van de stortplaats er een permanente oplossing komt’, zei Codrington.

Geen beleid

Uit een rondgang door de redactie van Dagblad Suriname afgelopen dagen onder direct betrokkenen bij eventueel beleid rond de verwerking en opslag van asbestafval, blijkt dat er feitelijk geen beleid met betrekking tot dit issue is. 

Welk ministerie?

Men zou vermoeden dat ‘asbestafval’ zou vallen onder het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) van minister Marciano Dasai. Maar, niets blijkt minder waar. De heer Dasai liet weten dat momenteel de verantwoordelijke voor asbest het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW&J) is. “Dakplaten en alle andere asbestproducten worden inderdaad op een bepaalde diepte begraven bij Ornamibo. In het verleden was milieu gekoppeld aan Arbeid. Op een gegeven moment is Milieu bij dat ministerie weggehaald”, aldus minister Dasai. Maar, het niet onbelangrijke milieuaspect van asbestafval is kennelijk deels blijven hangen bij Arbeid, nu AW&J.

Dasai’s AW&J-collega Steven Mac Andrew laat in een reactie weten, dat het verwijderen van asbest inderdaad onder verantwoordelijkheid valt van zijn ministerie van AW&J. Mac Andrew: “Het is geregeld in een van de veiligheidsvoorschriften van de Veiligheidswet. Want het gaat om fijne stofdeeltjes, gevaarlijke fijne stofdeeltjes. Voor het verwijderen van asbest heeft men eerst een ontheffing van de Arbeidsinspectie nodig. Bij de indiening van de ontheffing zijn er voorwaarden aan verbonden waaraan men moet voldoen. Dus concreet gaat het om de verwijdering van asbest en niet om opslag.”

“Er bestaat geen specifiek beleid voor verwerken asbestafval”

Jason Gummels, onderdirecteur directoraat Vuilophaal en Afvalbeheer bij het ministerie van Openbare Werken is klip en klaar in zijn korte reactie: “Er bestaat nog geen specifiek beleid voor het verwerken van asbestafval, behalve dat het op Ornamibo begraven wordt en goed afgedekt.”

De Arbeidsinspectie en asbestverwijdering

De directeur-generaal van de Arbeidsinspectie, Rowan Noredjo, gaat in zijn reactie tegenover Dagblad Suriname uitgebreid in op de formele proceduregang rond het verwijderen van asbest.

“Er dient ontheffing te worden aangevraagd bij het Directoraat Arbeidsinspectie. De werkgever/aannemer dient de S.O.R (Surinaamse Ongevallen Regeling) verzekering af te sluiten voor de werknemers, inclusief de truckbestuurder, die met het project belast zullen zijn. Alle werknemers die bij de saneringswerkzaamheden betrokken zullen zijn dienen een longkeuring te ondergaan en het resultaat dient ingediend te worden bij de Arbeidsinspectie. De Beschermingsmiddelen moeten in voldoende mate aanwezig zijn: wegwerp overall, respirator met p3 filter).”

Volgens Noredjo moet de werkgever aan de arbeidsinspecteur op locatie duidelijk kunnen uitleggen hoe gesaneerd gaat worden en welke voorzorgsmaatregelen getroffen zullen worden. Voordat met de saneringswerkzaamheden wordt begonnen, moet de omgeving rondom het te verwijderen asbest met duidelijk waarschuwingsmateriaal worden afgebakend. Asbest dient eerst nat gemaakt te worden voordat een begin wordt gemaakt met de saneringswerkzaamheden. Er moet voor stevig verpakkingsmateriaal gezorgd worden, bouwfolie, zakken. Het transporteren van het asbesthoudend materiaal geschiedt met een truck met een laadbak die van een grijper voorzien is.”

Tenslotte zal, aldus de directeur-generaal van de Arbeidsinspectie, door het ministerie van Openbare Werken een datum worden opgegeven, waarop het asbest naar Ornamibo kan worden afgevoerd. 

2010: Toenmalig hoofd Medisch Bureau Arbeidsinspectie: “Zand er over” 

Naar aanleiding van de grootse media-aandacht voor de asbestproblematiek rond 2010 in Wageningen liet John Courtar, toenmalig hoofd van het Medisch Bureau van de Arbeidsinspectie in Paramaribo, op 18 oktober 2010 via de Nederlandse Volkskrant weten dat ‘door de hoge temperatuur asbest hier veel eerder fragmenteert.’ In hetzelfde artikel was te lezen: “(…) Omdat Suriname deskundige mankracht en middelen mist, gebeurt het saneren mondjesmaat. Het weinige verwijderde asbest wordt tijdelijk opgeslagen in de grond.” Courtar: ‘Een verwerkingsfabriek kost in Nederland snel 23 miljoen euro. Dat kunnen wij ons niet veroorloven. Dus wordt het begraven en zand er over. (…)” 

Zo werd en wordt nog steeds gedacht over de verwerking van asbestafval: begraven en dus letterlijk en figuurlijk zand er over. 

Kortom, alles inzake procedures rond het verwijderen van asbestafval is in Suriname is prima bij wet- en regelgeving geregeld en vastgelegd, maar enig beleid rond de opslag van asbestafval ontbreekt. Asbestafval wordt nog steeds begraven op de vuilstort Ornamibo. Maar, daarmee is het probleem niet opgelost, het is slechts het verschuiven van het probleem naar de toekomst, zand er over.

In juni 2012 zei Steven Codrington, destijds waarnemend hoofd van de afdeling Vuilophaal en Verwerking binnen het ministerie van Openbare Werken, dat na de herinrichting van de stortplaats Ornamibo er een permanente oplossing komt voor de opslag van asbestafval. 

Twaalf jaar later is de vraag: wanneer is de herinrichting van de vuilstort Ornamibo een feit? Wanneer is er die oplossing voor de opslag van asbestafval? Tot de dag van vandaag is het beleid: zand er over…..

PK

error: Kopiëren mag niet!