Het was vrijdag 12 april precies 14 jaar geleden dat het Nationaal Archief Suriname (NAS) verhuisde naar het nieuwe gebouw aan de Jagernath Lachmonstraat. Het NAS is een waardevolle bron van historische documenten en informatie en speelt een cruciale rol bij het behoud van het cultureel erfgoed van Suriname.
Het NAS speelt nog steeds een essentiële rol in het behoud en beheer van archieven in Suriname en blijft zich inzetten voor het beheer en de toegankelijkheid van archieven. Onderzoekers, studenten en het grote publiek kunnen gebruikmaken van de faciliteiten om informatie op te zoeken en te bestuderen.
Net als veel andere archieven wereldwijd werkt het NAS aan het digitaliseren van archiefmateriaal. Dit stelt mensen in staat om online toegang te krijgen tot historische documenten en bronnen. Het doel van de Archiefwet is de ontwikkelingen op het gebied van archiefbeheer te volgen en de regeling van de Landsarchiefdienst uit 1956 te vervangen.
Het Nationaal Archief Suriname telt meer dan vijf afdelingen.
Dagblad Suriname heeft van twee enthousiaste archiefmedewerkers hun ervaringen mogen vernemen. “Ik ben al 22 jaar in dienst en deze baan is erg boeiend. Elk file doos heeft een ander karakter. Elk collega heeft een taak en soms moeten wij multifunctioneel zijn, wat mij althans jong houdt. Momenteel ben ik bezig met onderwijsarchief. Als ik nog meer informatie moet zoeken, ga ik naar de Depot afdeling, een ruimte waar alle archieven opgeslagen worden. Het is vrij intensief maar ik geniet ervan”, vertelt mevrouw Angelien S.
Rebecca M. vindt het een mooie baan, omdat ze altijd iets te doen heeft. Ze is 3 jaar werkzaam bij het NAS. Ze heeft geschiedenis gestudeerd aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, bachelor. Samen met nog twee collega’s bereiden ze zich voor op onder andere lezingen, workshope en exposities. “Ik leer elke dag iets bij. Hoe het er in het verleden aan toe ging en dan lijkt het alsof ik me erin leef. Ook naar momenten van het heden, als ik moet vergelijken.”
Op de vraag van hoe het tegenwoordig zit met de komst van de bezoekers antwoordt Rebecca: “Er worden optimaal lezingen, workshops en exposities gehouden. Ook worden scholen erbij betrokken en het is een volle bak. Wat nieuw is bij de leerlingen is dat er vragen worden gegeven en dan kunnen de leerlingen de antwoorden opzoeken. En we merken dat het werkr, want de leerlingen worden enthousiast. En ze krijgen een hapje en een drankje.”
CS