De Duitse piloot Hermann Köhl, de Ierse vlieger James Fitzmaurice en Baron Ehrenfried Günther Freiherr von Hünefeld, de financier van de expeditie, voltooiden op 13 april 1928 de eerste transatlantische vlucht van Europa naar Noord-Amerika, waarbij ze vertrokken vanuit Ierland en veilig landen op een klein Canadees eiland.
Het trio verzamelde zich eind maart in Dublin, maar slecht weer vertraagde de start met 17 dagen. Uiteindelijk vertrokken ze op 12 april vanaf Baldonnel Aerodrome, met de bedoeling naar New York te vliegen.
Aanvankelijk verliep alles soepel, maar een combinatie van onweerswolken en een defect kompas zorgde ervoor dat ze ongeveer 40 graden uit koers raakten toen ze Canada naderden. Hun problemen hielden daar niet op; De piloten realiseerden zich al snel dat ze een olielek hadden, waarna ze het plan om in New York te landen verlieten en op zoek gingen naar de dichtstbijzijnde plaats om het vliegtuig, de Junkers W33 ‘Bremen’ neer te zetten, wat Greenly Island bleek te zijn.
Toen ze later in New York aankwamen kregen de ‘Three Musketiers of the Air’ een parade en een heldenonthaal. De daaropvolgende maanden reisden ze door de Verenigde Staten en Europa, ontmoetten hoogwaardigheidsbekleders.