Opmerkingen van waarnemend president Ronnie Brunswijk in het parlement donderdagmiddag over de nog steeds voortdurende afwezigheid van veiligheid voor burgers zorgde voor een complete verwarring in het parlement. Brunswijk zei dat er al zo lang gesproken wordt over veiligheid en preventie, maar dat er in de samenleving nog steeds niets van te merken is.
Op indringende toon zei hij dat er spoedig met de veiligheidsdiensten om de tafel moet worden gezeten zodat er echt veiligheid komt in de samenleving.
“We praten al vier jaar over veiligheid en ik word er ook moe van dat er geen gedegen veiligheid is. Dat is onkan”, zo liet de waarnemend president zich ontvallen. Zijn opmerkingen maakte hij na het betoog van minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie die inging op het vraagstuk van toenemende geweldscriminaliteit in de samenleving en welke de maatregelen zijn die worden genomen om deze terug te dringen.
Mahinder Jogi (VHP) wilde nadere verduidelijking van de waarnemend president over diens opmerkingen. De indruk zou wellicht kunnen ontstaan dat er geen veiligheidsplan bestaat. Melvin Bouva (NDP) zei, dat de opmerkingen van Brunswijk bevestigen wat zijn fractie meermalen heeft aangehaald, namelijk dat de regering geen gedegen veiligheidsplan heeft. Dat er al zo lang wordt gesproken over veiligheid in de samenleving, is omdat er ook al zo lang vanuit de oppositie wordt geroepen om over dit vraagstuk te praten. Nu de situatie dusdanig is verergerd en voor de samenleving onhoudbaar is geworden, wordt er in het parlement pas over dit vraagstuk vergaderd.
Dat de opmerkingen van waarnemend president Brunswijk zwaarwichtige politieke implicaties heeft, kan menigeen in de samenleving en in de politiek makkelijk aanvoelen.
Gelijk nadat Defensie-minister Krishna Mathoera na de opmerkingen van Brunswijk haar betoog hield over het veiligheidsvraagstuk, schorste Assembleevoorzitter Marinus Bee de vergadering “om nader met elkaar te overleggen”.
SS