De term “pingpongdiplomatie” duidt op een reeks historische gebeurtenissen in de vroege jaren ’70, waarbij tafeltennis als diplomatiek middel werd ingezet om de gespannen relaties tussen de Verenigde Staten en China te verzachten. De oorsprong van deze diplomatie ligt in 1971, toen het Amerikaanse tafeltennisteam uitgenodigd werd om China te bezoeken na deelname aan het wereldkampioenschap in Japan. Dit bezoek, dat wereldwijd veel aandacht kreeg, markeerde een belangrijke stap richting het herstellen van de banden tussen de twee landen. Uiteindelijk leidde het tot een bezoek van president Richard Nixon aan China in 1972, waarmee een nieuw tijdperk in de Amerikaans-Chinese relaties begon. Pingpongdiplomatie illustreert hoe culturele en sportieve uitwisselingen kunnen bijdragen aan het overbruggen van diplomatieke kloven.
Het is interessant op te merken, dat de Verenigde Staten een nieuw diplomatiek tijdperk met China is ingegaan, bekend als de Pingpongdiplomatie. Voortbouwend op deze geest van vernieuwing in internationale relaties, zou het bezoek van president Chan Santokhi aan China met een vleugje humor aangeduid kunnen worden als “Tjauwmin” diplomatie.
Hoewel de Chinezen tot de eerste immigranten in Suriname behoorden, is de situatie niet geheel vergelijkbaar met de georganiseerde stroom van “nieuwe” Chinezen naar het land sinds midden jaren ’90. Onder leiding van president Venetiaan begon er een bescheiden stroom, die zich voortzette en versnelde onder president Jules Wijdenbosch en president Bouterse. Tegenwoordig beheren de “nieuwe” Chinezen grote sectoren van de Surinaamse economie. Nergens in het Caribisch gebied, noch op het westelijk halfrond, heeft China zo’n robuuste vestiging van een gemeenschap gerealiseerd. Caricom-landen, die het model van Suriname hebben geobserveerd, weren dit Chinese model, dat wordt ondersteund vanuit het vasteland van China.
Tegelijkertijd met deze immigratiegolf heeft Suriname ook financiële middelen ontvangen in de vorm van leningen, bestemd voor onder meer de bouw van wegen en woningen. Er is eveneens een omvangrijke lening verstrekt aan Telesur door het Chinese bedrijf Huawei. Deze leningen, die opliepen tot een bedrag van 500 miljoen Amerikaanse dollar en gesloten zijn onder het bewind van voormalig president Bouterse, vormen momenteel een zware last voor de regering van president Chan Santokhi.
Hierdoor bevindt Suriname zich in een zogenaamde “debt trap”, een schuldenval, opgezet door China.
“Debt Trap”
De term “debt trap” verwijst naar een situatie waarin een land zoveel schuld opbouwt dat het niet meer in staat is deze terug te betalen, wat leidt tot economische instabiliteit. Dit fenomeen treedt op wanneer landen nieuwe leningen moeten aangaan alleen om de rente op bestaande schulden te dekken, waardoor hun schuldenlast exponentieel groeit. Het concept wordt vaak besproken in de context van internationale relaties, waarbij sommige landen of instellingen leningen verstrekken aan ontwikkelingslanden onder financieel onduurzame voorwaarden. Een veelbesproken voorbeeld is het Belt and Road Initiative van China, waar kritiek op is vanwege de mogelijke creatie van schuldenval situaties die landen in economische afhankelijkheid van China kunnen brengen, ondanks de bedoelde economische en infrastructurele voordelen.
President Santokhi in China
Momenteel bevindt president Santokhi zich in China voor een officieel bezoek, waarbij de schuldenlast en de toekomstige relatie met China hoog op de agenda staan. Het is te verwachten dat de Chinese regering bereid zal zijn de miljoenenschuld met Suriname te herstructureren. Dit zal waarschijnlijk betekenen dat Suriname de schuld op een later tijdstip zal kunnen aflossen. China is echter niet van plan deze schuld kwijt te schelden, waardoor het zijn invloed op welke regering dan ook in Suriname zal behouden.
Gezien de aanzienlijke “voetafdruk” die China in Suriname heeft, is het waarschijnlijk dat China deze invloed wil uitbreiden. Het is niet uitgesloten dat China bereid is om meer te lenen aan Suriname, op voorwaarde dat werken worden uitgevoerd door Chinese bedrijven die volgens het Chinese model onder staatstoezicht staan.
Suriname heeft ook het Chinese Belt and Road Initiative gesteund, evenals de One-China-politiek, wat betekent dat wij Taiwan niet erkennen als onafhankelijk van China, aangezien China Taiwan beschouwt als deel van haar grondgebied.
Het Belt and Road Initiative
Het Belt and Road Initiative (BRI), gelanceerd door de Chinese president Xi Jinping in 2013, is een ambitieus ontwikkelingsprogramma gericht op het bevorderen van economische samenwerking en het verbinden van China met diverse landen in Azië, Europa en Afrika via land- en zeeroutes. Het streven is om handel en investeringen te stimuleren, infrastructuurontwikkeling aan te moedigen en regionale economische integratie te verdiepen. Hoewel het initiatief kansen biedt op economische ontwikkeling, heeft het ook kritiek ontvangen, waaronder zorgen over de financiële duurzaamheid voor de deelnemende landen, de milieu-impact van projecten en de mogelijke uitbreiding van China’s geopolitieke invloed.
Invloed van China
De invloed van China in Suriname zal toenemen aangezien ze bereid lijkt meer middelen beschikbaar te stellen, waardoor Suriname feitelijk een “provincie” van China op Zuid-Amerikaans terrein kan worden.
Dit komt doordat de Verenigde Staten, die Suriname als haar achtertuin beschouwt, niet met financiële steun over de brug komt. Deze houding van Amerikaanse diplomatie duwt Suriname meer in de richting van China.
Bij zijn aantreden heeft de regering van Santokhi de vergissing gemaakt door niet de richting van China op te gaan, maar eerder te kiezen voor de zijde van de Verenigde Staten, wat na vier jaar niet productief is gebleken voor de natie. De VS, met haar Bretton Woods-instellingen, heeft enkel meer tegenspoed gebracht voor het Surinaamse volk, dat nu meer dan ooit in armoede leeft.
Santokhi had ook gerekend op ondersteuning van Nederland, welke steun uit is gebleven, evenals van de Surinaamse diaspora voornamelijk in Nederland.
Een totale buitenlandse schuld van USD$.3 miljard is wellicht niet veel, maar doordat vanaf dag één niet de juiste keuzes gemaakt zijn, is dit nu een grotere last geworden voor de natie.
Met nog een jaar te gaan tot de nationale verkiezingen, staat de president voor de keuze om voort te gaan met het huidige rechtse beleid, dat ineffectief is gebleken, of een “duivelspact” te sluiten met China, het enige land dat Suriname momenteel een helpende hand kan bieden.