De recente botsing van een containerschip tegen de Baltimore brug, Maryland (VS), roept pijnlijke herinneringen op aan een vergelijkbaar incident in 2007, toen een schip de Carolinabrug ramde. Volgens berichten was het ongeluk het gevolg van een beschonken stuurman die het niet lukte het schip in de vaargeul te houden, waardoor het met hoge snelheid een van de pijlers raakte.
Verbazingwekkend genoeg is er destijds geen grondig onderzoek ingesteld naar dit voorval en is het verantwoordelijke bedrijf nooit juridisch aangepakt. De financiële last viel in de schoot van de belastingbetalers; de vervanging van de brug kostte miljoenen meer dan begroot, waarvan alleen al voor de Wijdenboschbrug een overschrijding van 27 miljoen werd gerapporteerd door de Nederlandse justitie.
In schril contrast met situaties in Suriname, waar zaken vaak in de “doofpot” verdwijnen onder invloed van politieke belangen, lijkt het erop dat de Verenigde Staten een grondiger aanpak hanteert bij de recente aanvaring met de brug in Baltimore. Er wordt een diepgaand onderzoek ingesteld en indien schuld wordt bewezen, zullen de verantwoordelijken voor de veroorzaakte schade opdraaien.
Dit zet een precedent voor accountability en transparantie, iets waar men in andere delen van de wereld nog een voorbeeld aan kan nemen. Misschien is het tijd voor een herziening van hoe soortgelijke incidenten worden behandeld, waarbij gerechtigheid en de ontlasting van de belastingbetaler voorop staan.