In de strafzaak waarin marktmeester D.G. wordt beschuldigd van verkrachting, werd donderdag het slachtoffer gehoord ter terechtzitting. Het slachtoffer gaf te kennen dat zij op de markt naar boven werd geroepen door een medewerker. Zij had een verzoek gedaan tot het verkrijgen van de marktstand achter die van haar moeder. Zij moest daarna in het kantoor van de marktmeester. Er was een administratief medewerkster daar.
Volgens het slachtoffer maakte de marktmeester de deur dicht en kwam tegenover haar op het bureau zitten. Hij zou hebben gezegd dat zij het daar konden settelen en dat niemand iets erover hoefde te weten. Hierna zou hij achter haar hebben gelopen en van achter zijn hand in haar bloes hebben gestopt. Volgens haar begon ze toen te smeken. Hij maakte zijn riem los en trok zijn broek uit. Toen hij bukte, trachtte zij te vluchten en hield de verdachte haar in een wurggreep. De verdachte zakte haar broek tot de knieën en had seks met haar op een laken dat al daar lag. Nadien gaf hij haar toiletpapier om zich te verschonen en verliet zij de kantoorruimte. Volgens haar huilde en beefde zij en werd zij door een marktverkoper naar de politiepost beneden in de markt gebracht.
De agent daar zou hebben gezegd dat de marktmeester dit met meerdere vrouwen heeft gedaan en dat zij naar politiebureau Keizerstraat moest gaan.
Advocaat Raoul Lobo zag heel wat onvolkomenheden in haar verhaal. Zo haalde Lobo aan dat zij een stevig gebouwde vrouw is, terwijl de verdachte een slanke man is. Als haar broek tot haar knieën was gezakt en zij weerstand bood, hoe kon de verdachte dan tussen haar benen terechtkomen? Nadat het slachtoffer eerst zei dat zij in een wurggreep was gehouden, veranderde zij die verklaring en zei dat zij geworsteld heeft met de marktmeester.
Lobo haalde aan dat haar kleren helemaal op orde waren toen ze het kantoor verliet. De getuige bleef hierop het antwoord schuldig. Op de vraag wanneer ze het laken op de vloer had gezien, kwam ook geen duidelijk antwoord. Het slachtoffer is niet naar de gynaecoloog gegaan, waardoor geen letsels zijn vastgelegd. Aan haar lichaam zelf waren geen letsels te zien.
Ook over het feit dat niemand iets heeft gehoord, gaf het slachtoffer verschillende verklaringen. Zo heeft ze wel geschreeuwd, maar zou niemand op haar geschreeuw zijn afgekomen. De advocaat voerde aan dat drie getuigen gehoord zijn die verklaren nooit een schreeuw te hebben gehoord. De getuige was het er zelf mee eens, dat die verkopers buiten het kantoor iets gehoord moesten hebben.
Terwijl het slachtoffer zegt, dat bij haar vertrek niemand meer op kantoor was en dat zij denkt dat de marktmeester dat zo geregeld zou hebben, verklaart de medewerker die haar was gaan roepen dat hij al die tijd daar was en nimmer een geschreeuw heeft gehoord. Het slachtoffer vertrok ook met haar kleding netjes in orde.
Ook heeft de getuige zelfs verklaard dat zij nadien niet om hulp heeft geschreeuwd want “als hij eenmaal in je is, waarom moet je dan nog schreeuwen?” Bij confrontatie met deze verklaring zei de getuige: “Als niemand je al die tijd hoort, waarom zou je dan nog schreeuwen?”
De getuige heeft ook aangegeven dat de marktmeester goedkoop was door alleen een laken daar te zetten. De advocaat vroeg of zij liever een bed had gehad. Deze vraag werd door Kantonrechter Maitrie Kuldip Singh niet toegelaten.
Hierna werd een getuige zijdens de verdachte gehoord. Deze getuige heeft met een nicht van het slachtoffer gesproken over het intrekken van de zaak. Ze hadden een akkoord bereikt over het bedrag van US$ 2.500 maar nadien ging de afspraak niet door.
Op 18 april worden nog 2 getuigen gehoord. Tot dan blijft de verdachte aangehouden.