In de zaak rond een opstartende rijstfabriek die recentelijk moest worden gesloten, doet de eigenaar zijn relaas over de gang van zaken tegenover de redactie van Dagblad Suriname.
Oude vergunning bestemd voor andere doeleinden
De nodige documentatie voor het doen opstarten van een adequate rijstfabriek ontbrak in dit specifieke geval. De eigenaar gaf te kennen dat hij van een eerdere districtscommissaris al zeker 18 jaar geleden een vergunning heeft gekregen om toentertijd een zogenoemde hamermolen op te zetten. Dit heeft hij gedaan, maar hij begon op den duur op eigen initiatief, zonder nog in bezit te zijn van een daartoe bestemde vergunning, in samenwerking met investeerders uit Paramaribo om padie te pellen en vervolgens terug te sturen naar Paramaribo, het ging in de overeenkomst om breukrijst.
Loods opzetten
Om padie te verwerken is ook een loods nodig. Buurtbewoners hebben toen zij vorderingen merkten bij bouwwerkzaamheden van een loods, hun beklag gedaan bij de districtsadministratie en de bestuursorganen. De eigenaar was niet in staat om documentatie over te leggen die toestemming gaven voor een rijstfabriek of daaraan verwante gebouwen (hamermolen of loods) en werd vervolgens gesommeerd om de activiteiten stop te zetten.
Procedure opnieuw volgen
Het lastige voor de eigenaar in kwestie is het feit, dat hij investeerders heeft waarvoor hij opdrachten moet afmaken. Bij het niet nakomen van de afspraken zullen deze hem daarvoor schuldig houden. De schulden en de schade die de eigenaar zal lijden, indien hij geen oplossing vindt, zullen groot zijn.
Volgens de eigenaar heeft hij contact met huidig districtscommissaris Senrita Gobardhan en die heeft hem te kennen gegeven, dat het proces opnieuw gestart moet worden en dat alle stappen weer netjes gevolgd dienen te worden.