In een land dat bekend staat om zijn revolutionaire besluiteloosheid en de ongeëvenaarde kunst van het uitstellen, wachten de burgers al 15 jaar ademloos (en vooral bewegingsloos) op de komst van het bromfietscertificaat. Het is het bureaucratische equivalent van wachten op Godot, alleen verschijnt Godot waarschijnlijk eerder.
Het lijkt erop dat onze voormalige ministers van Justitie, met uitzondering van waarschijnlijk Santokhi, meer geïnvesteerd hadden in het verzamelen van stoffige aktes dan in het daadwerkelijk uitvoeren van hun taken. Misschien is het tijd om hen te belonen met een prachtig glimmend certificaat van ongeschiktheid – perfect voor boven de open haard, naast die ene trofee voor deelname aan een zakloopwedstrijd in de derde klas.
Wat betreft het bromfietscertificaat (of eerder, het ontbreken ervan) – deze mythische entiteit blijft even onaantastbaar als de belofte van een propere verkiezingscampagne. Ondertussen transformeren onze straten in een Mad Max-achtige arena waar bromfietsers, gewapend met helmen (voor de sier, natuurlijk) en opgevoerde motoren, de verkeersregels behandelen als suggesties in plaats van wetten.
De ironie dat de grootste groep deelnemers in jaarlijkse verkeersongevallen bestaat uit bromfietsers die kennelijk geen kennis van de verkeersregels hebben, kan zelfs Shakespeare niet verzinnen. Ze schieten door het verkeer met de gratie van een stier in een porseleinkast, waarbij het dragen van een helm lijkt op een mode-statement dat ze nog niet helemaal begrijpen.
Dus hier staan we dan, wachtend op de dag dat het bromfietscertificaat werkelijkheid wordt – een magisch moment dat misschien samenvalt met het moment dat kippen tanden krijgen of wanneer politici hun beloften nakomen. Tot die tijd kunnen we ons troosten met de gedachte dat in de chaos van ons verkeer, in ieder geval één ding consistent is – onze collectieve verwarring.
Dus, geachte (ex-)ministers van Justitie, in naam van alle nog-niet-gelicentieerde bromfietsers: Uw certificaat van ongeschiktheid is onderweg, geleverd op de rug van een schildpad, want haast is duidelijk niet ons sterkste punt.