Eind maart hebben wij op een objectieve manier onze visie gegeven over het boek dat door een voormalige ondernemer in Suriname is uitgebracht. Het boek was ook digitaal beschikbaar en is dus door velen gelezen. Enkelen hebben uit politieke overwegingen demonstratief het boek gekocht en zich ook laten vastleggen.
Er is in eerste aanleg al vonnis gewezen in deze zaak in Nederland en de uitkomst verbaast ons niet. In dit geval gaat het gezegde hoge bomen vangen veel wind. Dat is een keuze die men maakt wanneer men voor hoge ambten kiest. In het buitenland loopt er nog een horde fotografen achter de politici rond, soms net een soort maffia. Dat hebben we nog niet in Suriname. Ook wordt er niets over het privéleven van de politici in de krant gezet. Men wordt niet gestoord in hun doen en laten wat betreft veelwijverij en pedofilie. Zo is het in Suriname mogelijk dat een DNA-voorzitter in een boiti gaat en met minderjarige halfwezen de nacht in een kamer doorbrengt, terwijl de moeder in een andere kamer slaapt. Foto’s verschijnen op social media, maar de media pakken het niet op. Op social media kan het in Suriname gebeuren, dat een DNA-voorzitter pak slaag krijgt van de vriend van het minderjarig meisje, maar onze media gaan het niet oppakken.
In Suriname vangen hoge bomen niet veel wind, daarom zijn de slag niet gewend. Wij hebben verwende politici in Suriname. Bovendien heerst in de meeste politieke partijen in Suriname niet een democratische cultuur van mondigheid. Er heerst een cultuur van slaafs volgen en onderdanigheid. Dat is soms ook cultureel ingebakken, voortvloeiende bijvoorbeeld uit het slaafs eerbiedigen en gehoorzamen van ouders. Die slaafse houding wil men dan soms voortzetten naar de buitenwereld, maar dan zal een hof in Nederland je wel tot de orde roepen.
Of onze Surinaamse rechter ook tot hetzelfde oordeel zou zijn gekomen is nog een vraag. De uitspraak van de rechtbank in Amsterdam is dat het belang van vrijheid van meningsuiting als pijler van de democratie, in de context van de democratische rechtsstaat die door de president moet worden hoog gehouden en verdedigd en niet bestreden, staat boven het enge belang van een regeringsleider en met name zijn privacy. Een regeringsleider heeft in principe geen privacy, behalve in zijn huis tot zover buiten niet zichtbaar en in de slaapkamer. Verder dan dat reikt het niet.
Regeringsleiders worden honderden keren per dag gefotografeerd, als ze dat zijn in grote landen. Er zijn zo radiostations in de USA waar men de hele dag bezig is om alles van een president af te kraken. Een president van een democratische rechtsstaat moet behoorlijke schokdempers hebben. In een vrije samenleving zal er altijd heftige kritiek zijn op regeringsleiders, al zou het economisch steengoed gaan in het land. Dan zou de bevolking gaan zitten op de waarden en normen en de houding van de regeringsleider in het leven, bijvoorbeeld is hij sympathiek en echt of is hij nep, gemaakt en geslepen.
Wij vinden dat de president en vooral zijn raadgevers te grof met deze zaak zijn omgegaan. De nadruk in de Surinaamse context is komen te liggen om macht en intimidatie, en dat komt door irrationeel handelen. Wij hadden in januari al gezegd dat een verbod om in het bezit te zijn van een bepaald boek, minder te rijmen is met de vrije democratische samenleving tenzij het bezit daarvan in het wetboek van strafrecht uitdrukkelijk strafbaar is gesteld. Vanwege het legaliteitsbeginsel kan de Staat niet optreden tegen personen die een boek bezitten. Of de boekhandels verplicht waren of rechtens aanleiding hadden om het boek uit de handel te halen, is een mooie discussie, maar waarschijnlijk heeft men om ruzie met de regering te voorkomen, het boek uit de handel gehaald.
De boekhandels die de boeken hebben verkocht, hebben gevraagd of zijn gesommeerd om de boeken terug te halen. Dit zal afhangen van de plicht van de kopers om het boek terug te geven. Een rechtsplicht lijkt er niet te bestaan, maar het zou kunnen dat een morele verplichting een natuurlijke verbintenis (naar de boekhandelaar toe) schept voor de bezitters om het boek terug te geven. Die verbintenis kan ontstaan als de boekhandelaar een schadevergoeding of represaille riskeert als ze aan de sommatie niet kunnen voldoen.
In Suriname zijn rechtsinstituten niet zo sterk en volgt het buitenland kleine zaken ook niet als zodanig, waardoor burgers het zekere voor het onzekere nemen en voldoen aan verzoeken die waarschijnlijk niet eens gegrond zijn. Een vorm van deze voorzichtigheid is de zelfcensuur die de media in het algemeen in Suriname ook toepassen om niet alleen rechtszaken, maar ook represaillemaatregelen te ontlopen.
Over het kaft en de titel wijden we niet meer uit, maar deze case is dus zeker een leerles hoe zaken niet aan te pakken.