Bolivia, een land dat ingesloten ligt tussen andere landen en geen directe toegang tot de oceaan heeft, beschikt toch over een aanzienlijke marine. Opgericht in 1963 als een “riviermacht” met afgedankte schepen uit de VS en China, werd deze in 1981 omgedoopt tot de “Armada Boliviana”. Met 5.000 manschappen die zich moeten behelpen met oefeningen op de Amazone en het Titicacameer, patrouilleert de Boliviaanse marine ook langs de riviergrenzen met Brazilië, Paraguay en Argentinië.
Ondanks het gebrek aan zeetoegang, heeft Bolivia de 19e grootste marine ter wereld, met 173 schepen, zelfs groter dan die van Brazilië, en staat het op de derde plaats in Latijns-Amerika, na Colombia en Mexico.
Deze unieke situatie is te wijten aan het feit dat Bolivia tijdens de Pacifische Oorlog, een landconflict met Chili dat duurde van 1879 tot 1883, alle 400 kilometer van zijn kustlijn afstond. Deze verwoestende verlies wordt door Boliviaanse functionarissen nog steeds omschreven als een “historisch onrecht”, en elk jaar in maart herdenken Bolivianen officieel de Dag van de Zee om dit verlies te erkennen en te betreuren.